Pleidooi in citaten
Negen essays, wat columns en een interview maken samen Het leven volgens Willem Jan Otten. Er wordt een heleboel over diens werk gezegd en in het verlengde daarvan over zijn geloof. Waarom zou ik dáár weer een heleboel over gaan zeggen. Liever laat ik er iets van zien, in citaten die gaan over het christelijk geloof en de glansrijke rol van poëzie, proza en toneel daarin. Samen vormen ze een klein pleidooi voor de kracht van verbeelding.
‘Met Stevens gelooft hij [Otten] in de kracht van de menselijke verbeelding, die een voertuig is van ons verlangen naar “een orde, een wereldbeeld, een bezield verband”, kortom, naar transcendentie.’
Johan Goud
‘De God aan wie Willem Jan Otten zich toevertrouwt, is geen almachtige heerser. Hij heeft geen macht, ja, Hij heeft afgezien van macht. [...] De keuze van Willem Jan Otten voor het christelijk geloof in zijn katholieke vorm heeft alles van een overgave aan het mysterie van de onvolkomenheid, de onmacht. Niet de geharnaste hand van de macht of van de zekerste waarheid, die rond 1900 op sommige literatoren indruk maakte, bepaalt bij Otten de sfeer, maar de open hand die ontvangen wil, het gemis dat vervulling zoekt, de onvolkomenheid die verlangt naar genade.’
Peter Nissen
Over de verborgen Christus in Specht en zoon:
‘Waarom onthul ik wat Otten verborgen heeft gelaten? Ik heb daar maar één antwoord op: ik waag me aan dit demasqué omdat ik denk dat in de westerse wereld de grote woorden van de christelijke theologie zo zijn dichtgeslibd en van hun existentiële lading zijn ontdaan, dat alleen schrijvers, dichters en filmers deze woorden nog kunnen redden met creatieve beelden gebaseerd op nieuwe ervaringen. In dit opzicht beschouw ik kunst meer dan ooit als bron voor de theologie [...].’
Martien E. Brinkman
Johan Goud (red.), Het leven volgens Willem Jan Otten. Klement, Zoetermeer 2013, 192 blz., €19,95. De bijdragen in dit boek waren onderdeel van het symposium ‘Redenen van het hart; levensbeschouwelijke aspecten van het werk van Willem Jan Otten’, gehouden op 2 november 2012 in het Academiegebouw van de Universiteit van Utrecht, o.l.v. Johan Goud.
Elizabeth Kooman