Liter. Jaargang 16(2013)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Hester Knibbe Gedichten * Ik neem de hersens de tong en de wangen, zei eentje, maar het hart gooi ik weg. Wij zwegen verbijsterd, liepen de rest van het lijf na, deelden ons verder niet mee. Gingen de volgende ochtend de berg op om voedsel te zoeken, vonden oneetbaar. Toen hebben we een onschuld geslacht. We lieten hersens tong en wangen intact, namen het hart. [pagina 49] [p. 49] * Laten we stil zijn ter ere van de Moeder van de Goede Raad. Haar wijsheid heet kerstroos, chrysanten mimosa, haar volgers gering in getal branden theelichtjes pal voor haar voeten, devoot. Zij staat moeders terzijde die boenen en dweilen, geeft raad aan de man die sjouwt met de bijl en het hout hoort het gemompel aan van de zwerver koestert het snotneuzig kind en verwijst naar een wereld waar je geen woord of oor op kunt leggen. [pagina 50] [p. 50] Ja Liefde, ja er zit altijd een lichaam aan vast en dat maakt het en maakt het maakt het soms lastig. Maar het geeft niet, we zijn al zo lang samen dat we ons in elkaar hebben opgeslagen, niet meer zoek niet weg kunnen raken. Natuurlijk, voorbodes kruipen onder de huid, dansen mee als je danst, rennen mee als je rent, hangen ook op de bank, zitten daar en later gaat Haper aan de haal met je dromen, teistert een winter de oude rivier die wil stromen. Maar het geeft niet en de sfinx die ons het raadsel opgeeft wie van wie het meest is niks om je druk om te maken, we houden elkaar gewoon bij de hand en waar de weg ophoudt zullen we slapen. Vorige Volgende