Een sappelende schrijver
Als er een biografie verschijnt, kun je je hand ervoor in de magnetron steken dat er even later een boze weduwe/weduwnaar beklag doet. Dat was ook het geval bij de Ab Visser Biografie van Michiel van Diggelen. Ab Vissers tweede vrouw, Margreet Hirs, vond dat Van Diggelen niets begrepen had van Ab Visser en dat hij in de gesprekken met haar een ongezonde belangstelling had voor het seksleven van Hirs en Visser. Bovendien zouden er veel onzorgvuldigheden en onwaarheden in de biografie staan.
Van Diggelen ging uitgebreid op de kritiek van Hirs in en weerlegde die voor een deel. Daarbij hield hij de mogelijkheid open dat er inderdaad een kant van Ab Visser bestond die hij niet had ontdekt, maar hij stelde dat er ook kanten aan Visser waren waar zijn weduwe nooit iets van gesnapt had. Ab Visser kwam uit een christelijk nest. Later schudde hij het geloof van zich af, maar, zoals Van Diggelen schrijft: ‘het flesje rook nog lang naar zijn inhoud’. Daar moest Margreet Hirs weinig van hebben.
Hopelijk is de reuring goed voor de verkoop van de biografie, want dat gun ik het boek wel. Van Diggelen heeft een boek geschreven waaruit een levendig beeld oprijst van Ab Visser. Die had het als schrijver en als mens niet gemakkelijk. Hij had altijd pijn doordat hij aan de ziekte van Bechterev leed en hij had ervoor gekozen om van de pen te leven, wat niet altijd meeviel. Hij deed van alles om zijn schrijversleventje vol te kunnen houden - van recenseren tot het schrijven van detectives. Maar Visser was geen topschrijver, wiens boeken de boekhandel uit vlogen. Het ene boek liep wat beter dan het andere, maar gemiddeld bleef het toch sappelen. Wel zag Visser kans om geregeld reizen te maken en die reizen inspireerden hem weer tot nieuw werk.
Een van de verdiensten van Van Diggelen is dat hij heeft laten zien hoezeer het werk en het leven van Visser met elkaar vervlochten zijn. ‘Autofictie’ noemt de biograaf dat werk: het is fictioneel, maar je kunt aanwijzen welke autobiografische elementen zijn gebruikt.
Het werk van Visser is intussen vergeten, verstoft, onvindbaar geworden. Ik heb begrepen dat door deze biografie er toch weer mensen nieuwsgierig naar geworden zijn. Wie weet komen er herdrukjes, of worden enkele boeken digitaal beschikbaar gesteld.
Ook mooi vond ik hoe Van Diggelen een tijdperk laat herleven. Hij laat in zijn boek mensen rondlopen van wie soms zelfs de namen al vergeten zijn: Ferdinand Langen, Rico Bulthuis, Niek Verhaagen, Jan Greshoff, A. Marja, Klaas Heeroma. Wie weet van de eerste drie nog wie het waren? Maar ooit was hun aanwezigheid in het literaire wereldje vanzelfsprekend en wij mogen in dat wereldje meekijken.
Ab Visser Biografie is niet alleen een goed gedocumenteerde levensgeschiedenis, het boek is ook toegankelijk gemaakt door een namenregister, een uitgebreide bibliografie van het werk van Visser (meer dan zeventig titels!), een mooi fotokatern en een lijst met gebruikte bronnen, waarin opgenomen een lijst met geïnterviewde personen.
Van Diggelen heeft Visser niet opgehemeld; hij heeft oog voor de beperkingen van de schrijver en zijn werk, maar je merkt wel de betrokkenheid van de biograaf en de sympathie voor de schrijver. De lezer kan niet anders dan die sympathie van hem overnemen en dat leest prettig, zoals het prettig is om iets naders te vernemen over een