uitslaan van de doek zonder te letten op het mensding dat gereed moet worden gemaakt voor het onderzoek van de specialist?
Lieve mam, ik weet het wel, nu lig je onder de deken van rode bloemen op de begraafplaats waar ik nooit meer kom. De auto's razen daar Utrecht in en uit.
Jij, jij, jij en jij liggen daar op de begraafplaats langs de snelweg: mijn zoete moeder, mijn tweelingzus, mijn babybroertje en mijn vader die me optilde naar de fonteinen. Mijn vader die me ooit te na was gekomen als ik niet op tijd was wakker geworden. Mijn waakzaamheid heeft hem gered van de schande.
Heden ik, morgen gij. We zijn allemaal van suiker en smelten weg.
Mogelijk kan een bloedonderzoek naar genese opheldering brengen. Geen genezing. En zeker brengt het mam en Sieltje niet terug.
Misschien moet ik me bij alle raadsels steeds afvragen wat mijn gestorven zus zou hebben gedaan.
Sieltje zou meewerken aan elk onderzoek. Daaruit sprak geen wantrouwen richting de schepper, waarom anders had hij de mens nieuwsgierig en slim gemaakt? God ziet welwillend toe op onderzoek en verheugt zich in een nieuwe geestelijke evolutie. Zal de mens - gode gelijk - hem nog zoeken?
Ja, wij gaan onze aderen openleggen voor kennis waar de onderzoeker goede sier mee zal maken.
Ik doe wel water bij de wijn ondanks het zieken in de familie.
Wat zou mijn zusje blij zijn. Hoewel er maar één boek voor mij is, zal ik lezen wat je schrijft, zou ze zeggen. En hoewel alleen god mag oordelen, ik begrijp je heus wel.
Maar vergeet niet hoe heilzaam vergeving is. Ik heb uiteindelijk iedereen vergeven, ook degenen die jij als vijand ziet. Dat maakt óns nu toch niet tot vijand?
Ik trek me haar woorden aan, laat Sieltje voor mij de wijste zijn. Om haar zal ik mijn kop niet meer in het zand steken.
De naald vindt niet gemakkelijk de ader, de laborante heeft haar dag niet en dat doet pijn maar uiteindelijk schiet het bloed toe. In het lab wordt het geslingerd en gesplitst in helder plasma en een stapel zwarte plaatjes.
Daarvan wordt er eentje duizendvoudig uitvergroot: de pest is in zeven ziekten in ons ontketend. Maar kilte, hebzucht, roddel, spot, bloeddorst, waan en egoïsme laat de onderzoeker terzijde. Net als gevoeligheid voor taal en mysterie.
Het gaat hem om dat slapende gen dat me tot nog toe onwetend en gezond hield.
Alle bloedjes van kinderen worden met elkaar vergeleken maar de uitslag hoeft mij niet te bereiken.