Je vrouw wil die bloemen daar en dan ook alleen daar hebben staan
Poetry International, Rotterdam 2011: dringen voor de ingang was niet nodig, en tijdens de optredens van de publiekstrekkers in de grote zaal hadden nog wel een paar schoolklassen kunnen aanschuiven. Voor Les Murray, bijvoorbeeld, die op een verdwaalde arbeider leek, in zijn grof gebreide trui en met zijn petje op, maar die diepe, prachtige en tegelijk grappige verzen voorlas. En anders zeker voor Admiel Kosman. Wel graag klassen vol gretig lezende kinderen, want wat Admiel Kosman daar in het Engels stond uit te halen met de ideeën van Sigmund Freud en Martin Buber - opgenomen in Liter 63, voor wie zijn Liters bewaart - was behoorlijk diepzinnig.
Om deze man (1957), Berlijns professor religieuze studies, alsmede directeur van een joods seminarie aldaar, beter te leren kennen, zou Approaching You in English wel eens een heel goed idee kunnen zijn. Behalve gedichten uit zijn hele poëtische carrière, vanaf zijn debuut op zijn drieëntwintigste tot aan ongepubliceerde recente gedichten van zijn schrijftafel, staat er een inleiding van negen pagina's in over zijn persoon. Daarin worden observaties van de vertaalster afgewisseld met interviewfragmenten. Bijvoorbeeld zijn antwoord op de vraag of men hem nu als een religieuze poëet moest zien (het boek is Engelstalig, maar hier zijn, voor uw gemak, Nederlandse vertalingen van de fragmenten gemaakt):
‘Ik werd, net als iedereen van ons, geboren in structuren die mij definieerden, een bepaalde taal die een heel systeem van identiteiten voor me creëerde. [...] In mijn geval, ik groeide op in een religieuze, zionistische omgeving met de hele last van het verleden, van de Holocaust. [...] Ik zie de persoonlijke lijn van mijn leven niet als een lijn richting de versterking of doorontwikkeling van de mij aangereikte definities, maar als een weg naar de bevrijding daarvan. Dus als er al een essentie in mijn leven aanwezig is, zie ik dat als een overblijfsel uit het verleden, per ongeluk nog vastzittend in mijn programma.’
En als het over relaties gaat: ‘Het lastigste voor mij, zoals voor de meesten van ons, is om mijzelf te zien als iemand die op de wereld is om in de kleinste behoeftes van mijn vrouw te voorzien. Die het misschien nodig heeft, dat het tafelkleed op die ene manier ligt en niet op een andere, en dat die bloemen precies daar moeten staan en niet ergens anders. Wat! Is dat waar ik hier voor ben? Ik heb grote dingen te doen, ik moet me haasten naar de synagoge, massademonstraties organiseren, en een belangrijke lezing voorbereiden! En dat is dan de grote fout: je bent hier om het tafelkleed te schikken op de manier die zij het liefst heeft, en om de bloemen precies goed neer te zetten.’
Hierop vraagt iemand, of dit ook volgehouden moet worden, als het helemaal obsessief wordt. En Kosman zegt dan: ‘De zaak is, hoe meer we deze kleine dingen doen, en het bestaan van de Ander erkennen, hoe makkelijker ze voor ons worden, tot we ze welkom gaan heten. [...] Plotseling begin je dat dan als de enige plek te zien waar God is.’
Zo een geest moet haast wel bijzondere poëzie hebben opgeleverd - en dat is dan ook het geval, kijk voor een aantal vertaalde verzen bijvoorbeeld in het al genoemde nummer 63 van Liter. In Approaching You in English staat op de linkerpagina het compacte Hebreeuws, rechts het Engels. Vertaald in het Nederlands klinkt het begin en slot van een gedicht over zijn achtertuin zo: ‘In het licht van de hedendaagse neergang van de