Nostalgia
Als ik Marjoleine de Vos in nrc lees, haar column bijvoorbeeld, dan krijg ik de indruk dat haar daar met enige regelmaat getoonde belangstelling voor religie een product is van haar persoonlijke belangstelling en ervaring. Toch heb ik het idee dat de aangeslagen toon en de belangstelling voor wat geloven is ook worden ingegeven door haar niet geringe talent voor nostalgie. Nostalgie: volgens mijn Van Dale Etymologisch Woordenboek een samentrekking van de Griekse woorden nostos en algos, respectievelijk terugkeer en pijn. Het droeve gevoel bij het grote voorbijgaan dus, dat twee kanten op te denken kan geven. Ongeveer zoals Jorge Luis Borges schreef in zijn essay ‘De geschiedenis van de eeuwigheid’: ‘De eeuwigheid ontkennen, veronderstellen dat de jaren, beladen met steden, rivieren, vreugden, volledig worden weggevaagd, is niet minder ongelooflijk dan je haar totale redding voorstellen.’
De Vos en haar talent voor nostalgie, dat ze liet zien in haar eerdere dichtbundels - het is er zeker ook in haar nieuwe bundel: Uitzicht genoeg. Zie het slot van het gedicht ‘Nostalgia’ bijvoorbeeld, over Odysseus, die twintig jaar bezig was om thuis te komen: ‘Wens, dat je terugreis lang mag zijn, wens / mooie morgens, rijke havens. Wie van huis gaat, / komt niet weerom. De deur valt dicht, je stappen / sterven in de straat. Je raapt ze niet meer op.’
In het gedicht ‘Spreeuw’, met de eerste regel ‘Nu eeuwig niet bestaat, is uitzicht al genoeg’, helt De Vos duidelijk over naar de eerste mogelijkheid volgens Borges, zie hierboven. ‘Zie toch de spreeuw, die, sleutel in zijn rug, / voor lente in zijn vleugels klapt.’ Al heeft ze, in het direct daaropvolgende gedicht ‘Aanzie de vogels’ ook een waarschu-