dan Jakob, de stamvader van de Israëlieten: ‘Esau was in het verleden onrecht aangedaan en hij vergaf zijn broer nu van ganser harte. De schuldige partij, Jakob, bleef bang, achterdochtig en geplaagd door het verleden, al had zijn broer hem vergeven.’
Zelfs God wordt als ‘menselijk’ personage gezien. Zo constateert Shalev dat het niet goed voor God is dat hij alleen is: terwijl de goden van de omringende volken ‘een rijk en interessant sociaal leven hadden, kinderen voortbrachten, ruziemaakten, wraak namen, verliefd werden, overspel pleegden, oorlogen voerden en zich vermaakten - leeft de Heer, onze God, in zijn eentje’.
Bepaalde personen gaan Shalev duidelijk aan het hart. Mooi is bijvoorbeeld zijn visie op de tragiek van de eerste koning, Saul, die geen schijn van kans had tegen de religieuze extremist Samuël, en de talentvolle en charmante David.
Doordat hij zich niet laat leiden door een te groot respect of door te veel eerbied, leest Shalev de tekst veel grondiger dan menig gelovig lezer. Hij legt daarbij verbanden, binnen verhalen, maar ook tussen verhalen en tussen Bijbelboeken, die een heel nieuwe kijk geven. Ook besteedt hij aandacht aan de beweegredenen van de auteurs. Daardoor maakt Shalev zijn lezer bewust van het feit dat de teksten geschreven zijn met een bepaalde bedoeling, om een punt te maken. Zo windt Shalev zich op over de auteurs van Kronieken, ‘de Grote Sovjetencyclopedie van het joodse volk’, die hun uiterste best hebben gedaan alle negatieve elementen uit het verhaal van David ‘weg te poetsen en te verhullen’.
Shalev is zeker niet de eerste die de Bijbel op een literaire manier leest, en ook niet de eerste die een narratieve benadering van de Bijbelverhalen kiest. Maar zijn schijnbare onbevangenheid en humoristische stijl maken zijn boek wel zeer prettig om te lezen.
Shalev schreef het origineel van In den beginne uiteraard in het Hebreeuws, de taal waarin ook de Hebreeuwse Bijbel werd geschreven. De oorspronkelijke tekst van de Bijbel is dus voor hem rechtstreeks toegankelijk. Als Shalev een woordspeling maakt, of een opmerking over het taalgebruik in de Bijbel, kan hij dat doen in de taal van de Bijbel. De vertaler, Ruben Verhasselt, heeft goed naar oplossingen voor deze taalbarrière gezocht. Voor zover mogelijk legt hij woordspelingen en interpretaties van Shalev uit. Daarnaast geeft hij de betreffende Bijbeltekst zowel in de meer letterlijke Statenvertaling als in de modernere Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. Verhasselt geeft de lezer zo een goed beeld van wat Shalev wil vertellen. Tegelijk laat hij zien dat elke vertaling, hoe goed en integer deze ook is gemaakt, een interpretatie is, die nooit alle aspecten van de brontekst recht kan doen.
De Bijbel is een boek waarin je een leven lang kunt lezen. Shalevs boek nodigt uit tot het lezen van de Bijbel. Tot het kritisch lezen van de Bijbel. En tot het herlezen ervan. Zo blijft het niet bij een eerste keer.
Meir Shalev, In den Beginne. Eerste keren in de Bijbel. Ambo, Amsterdam 2011, 303 blz., €19,95.
Alex Cannegieter