De stille kracht van fictie
Groeiende stapels romans in de boekhandels, romans die steeds meer op elkaar gaan lijken en uiteindelijk zullen verdwijnen zonder dat iemand het merkt - dat is het doembeeld dat veel literatuurliefhebbers voor ogen staat als ze naar de toekomst kijken. Voortaan neemt het beeldscherm het van het papier over, wint oppervlakkigheid het van diepgang en neemt beeldvorming de plaats in van de complexe werkelijkheid. nrc-columnist Bas Heijne onderzoekt in het essay Echt zien in hoeverre deze onheilsprofetieën op waarheid berusten. En Heijnes verhaal loopt goed af, want het wordt steeds meer een pleidooi voor de roman, ook en juist nu. Romans, zo zegt Heijne, zijn geen loze verhalen, maar verhalen die andere verhalen ontmaskeren, verdiepen of onderuithalen. Fictie en werkelijkheid vormen geen tegenstelling, maar fictie is juist een poging iets over de werkelijkheid te zeggen - in het besef dat het leven zich niet laat ordenen in een vertelling. Fictie gaat daarmee verder dan verbeelding, die alleen maar een verhaal tegenover de werkelijkheid zet.
Heijne haalt in zijn pleidooi voor de roman voornamelijk de Franse filosoof Alain Finkielkraut aan, die in zijn essaybundel Een intelligent hart romans beschouwt als ‘tegenverhalen’ tegenover de grote, ideologische verhalen van de twintigste eeuw, tegenverhalen die ons echt laten zien. Maar hoe de roman zich kan blijven handhaven in een postmoderne mediacultuur weet Finkielkraut niet, taxeert Heijne. Volgens Finkielkraut is er in een cultuur waarin de grote verhalen plaats hebben gemaakt voor beeldvorming geen behoefte meer aan verhalen die laten zien hoe het echt zit. Met andere woorden: de mensen hebben voldoende aan verhalen alleen, er is geen gemeenschappelijke werkelijkheid meer waarvan iets ontdekt kan worden. Volgens Heijne is onze wereld zo postmodern niet: er hangen in het mediatijdperk alleen meer ‘sluiers’ (van verbeelding) tussen onze blik en de wereld dan in het modernisme. De romanschrijver heeft nog steeds tot doel deze sluiers af te rukken, maar wel met steeds nieuwe vormen.
Louis Couperus, van wie Heijne een groot bewonderaar is, gebruikte voor het ontsluieren van de werkelijkheid bijvoorbeeld nog de vorm van de psychologische roman, een genre dat nu heeft afgedaan.