Francis Kilian
Gezichten
Over de ziel
Nu lichaam en geest niet langer te onderscheiden zijn, zoals dat vroeger zo gebruikelijk was - grote filosofen als Descartes bewoonden hun lichaam nog met iets dat zij ‘zichzelf’ konden noemen - is praten over de ziel ook moeilijker geworden. Elke beetje bioloog zal je uit kunnen leggen dat zonder de hersenen, zonder het lichaam er ook niet zo iets als ‘geest’ is. En geest en ziel, dat komt dicht bij elkaar, al is het niet helemaal hetzelfde.
De ziel is een beeld voor iets in ons. ‘Schade aan de ziel’ las ik eens in een verhaal van de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee. Dat je die kon oplopen. Het ging over een vrouw die een zó afschuwelijke scène leest in een boek dat ze zich begint af te vragen of die wel geschreven had moeten worden. En je vraagt je af: kan het omgekeerde ook? Kan een kunstwerk goed voor de ziel zijn, helend zelfs?
Dat moet wel, wil de kunst een knip voor de neus waard zijn. Wat diep raakt, kan verwonden maar ook vertroosten, zoals liefde dat bijvoorbeeld ook kan.
Dat zijn allemaal grote woorden, waarin je makkelijk verzeild raakt als je het over de ziel hebt. Dan lijkt het net of het gewone leven met zijn beslommeringen en klusjes, met zijn gezeur en gegiechel, er niet is en er alleen maar grote gevoelens bestaan, gevoelens die je bijkans met hoofdletters zou moeten schrijven.
In haar gedicht ‘Enige woorden over de ziel’ zegt de Poolse Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska op luchtige toon: ‘Een ziel heb je nu en dan. / Niemand heeft haar ononderbroken / en voor altijd.’ En tot slot stelt ze vast: ‘Het ziet ernaar uit / dat net als wij haar / zij ons ook / ergens voor nodig heeft.’
Daarmee is het probleem alleen nog maar vergroot. Zij heeft ons ook nodig. De ziel. ‘Ergens voor’. Om te kunnen bestaan, wil ik toch denken, of anders toch om in ons heel gehouden te worden, om een levende ziel te blijven en niet een dode.
Maar als ik naar het werk van Francis Kilian kijk denk ik weer: een levend lichaam is niet eens nodig. De ziel kan ook van verf zijn. Maar wat zeg je als je zegt: de ziel kan van verf zijn?
Je kunt alles wel zeggen, maar dat waar het om gaat, dat krijg je niet te pakken. Dat wil zeggen: niet op een andere manier dan via de omweg van een verhaal, een gedicht, een schilderij. We missen de ziel als ze niet bij ons is, dan is alles leeg. Maar is de ziel ergens in, zoals in deze schilderijen, dan is alles vol. Bezield.
Marjoleine de Vos