Bij de Beeldtafel van Ine Boeijen in de Klaphekvijver in Ede
Wie zijn kamer verlaat zal vergaan.
Chris J. van Geel
So we must keep apart, you there, I here
Emily Dickinson
Van blad tot zolen blozend loopt ze over water;
tafel met welvend benenwerk als van een kathedraal:
hoog standbeen naast de afduw van een slepend voetje
dat iets weghoudt onder het kroos, een voorbeen
dat een spiegelbeeld in kringen om haar voeten schrijft.
En nog een banger been dat aarzelt, dat lang nadenkt
over elke stap naar voren zodat ze in zichzelf bevroren lijkt.
Alleen haar spiegeling deint zachtjes op het water als een oude
langspeelplaat met gregoriaans en daarmee komt ze weg:
wanneer ze rimpelend zich richt tot iemand op de oever
die haar wil zien staan. Als die zich niet vergist loopt er
van blad tot zolen blozend een tafel op stil water en waant
zich in de oude wereld van haar kamer die een vijver is.
[pagina 40]
[p. 40]
Uit Lissabon
In memoriam Willem Barnard (1920-2010)
Het oude jaar ligt hier bij scherven van
amforen en een zwijgend Christuskopje,
grijs terracotta in de poppenkast
van een vitrine. We gleden met de gele
28 knarsend naar omlaag tot de rivier
die in een rosse mist verdwijnt:
‘de hunkering is rood, de angst is donker
grijs’. Dat heb jij uitgezocht: zachthorig
woorden ingedeeld op smaak en kleur
en vond een groot woord voor verdriet en dat
is God. Verdriet op kleur gebracht is dun
en helder rood dat als een leeslint in het
handschrift van je dagboek ligt: rood op grijs.
Als deze nieuwjaarsdag. Ik schrijf je niet, ik zit