Liter. Jaargang 14
(2011)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Hermen Hoek
| |
[pagina 33]
| |
Wanneer de vader van Re Jana zich realiseert dat niemand behalve de familie van de bouwheer de vloed zal overleven, besluit hij zijn eigen plan te trekken. De thema's in dit boek zijn cruciaal. Wat betekent het om niet uitverkoren te zijn? De bouwheer en zijn familie zijn uitverkoren, omdat zij rechtschapenen zijn. Of worden ze rechtschapenen genoemd omdat ze uitverkoren zijn? Re Jana hoort als een van de eersten dat de vloed iedereen zal treffen, de slechten en de goeden. Tijdens een confrontatie met Cham spreekt ze de vragen uit die de lezer al voelt opkomen: ‘Als jullie rechtschapen waren, stonden jullie nu je plaatsen af. Je stond ze af aan de kinderen, de lammen en de zwakzinnigen! Waarvoor moeten zij boeten? Voor de onrechtvaardigheid door jullie aangericht? Jullie kiezen een vrouw en maken van haar een rechtvaardige. Jullie verwerpen een andere vrouw en maken haar tot een verstotene.’ De bouwheer vertelt wel aan het volk dat er een vloed zal komen en dat er voor de rechtschapenen een plek op de boot zal zijn, maar hij vertelt er niet bij dat uitsluitend zijn familie rechtschapen is. De bouwheer is niet slecht, het plan lijkt hem alleen boven het hoofd gegroeid en aan ongehoorzaamheid aan de Onnoembare durft hij zich niet te wagen. Hij is een ziekelijke en vermoeide man, die samen met zijn familie verlangt naar dat nieuwe land, waar ‘het groen zo snel zou opschieten dat je zou worden gestraft als je niet bijtijds je erf wiedde’. Waar de uitverkiezing ophoudt, begint de creativiteit. Niet voor niets weten uitgerekend de vreemde Re Jana, haar vader en haar pleegbroertje de ramp te overleven. Ze zijn geen Rrattika en dat blijkt voornamelijk uit hun kwaliteiten. Ze zijn een creatieve familie, eerlijk en oprecht, dapper en bereid tot zelfopoffering. Inderdaad, zij hebben de kwaliteiten waar het de Rrattika aan ontbreekt. Re Jana noemt de Rrattika ‘de matte, kleurloze karakters die leden aan een gebrek aan ondernemingszin, begeerte of nieuwsgierigheid’. Natuurlijk zijn er de uitzonderingen: de gedreven vaklui, de kleine, vrolijke Camia en haar blinde moeder. Maar wie je ook bent, ‘zelfs voor een beste vriend is er geen plaats’. Het lijkt erop dat de bouwheer en zijn familie min of meer toevallig zijn uitgekozen om de bouw van de ark te leiden en het nieuwe land te gaan bevolken. Dat ze niet de enige rechtschapenen zijn in het dal, wordt duidelijk nadat de lezer de hoofdpersonen beter leert kennen. Vandaar ook, dat het verhaal geen echte helden kent. Want wie zouden dat moeten zijn? De bouwheer, die zijn leven in dienst stelt van een project waarmee de aarde gezuiverd kan worden? Re Jana's vader, die bijdraagt aan het slagen van het project en tegelijkertijd de bouwheer probeert te doordringen van de waanzin ervan? De tientallen anonieme arbeiders, die hun trouw en inzet aan de bouwheer met de dood moeten bekopen? Of de onwetende kinderen, van wie het ‘Schipper mag ik overvaren?’ altijd met een nee zal worden beantwoord? | |
[pagina 34]
| |
Wie meent dat De arkvaarders slechts een fantasierijke hervertelling van het zondvloedverhaal is, vergist zich. In dit verhaal vol avonturen uit de vroegste geschiedenis van de mensheid zitten tegelijkertijd thema's die ook nu nog actueel zijn. De Rrattika leven door alsof er niets aan de hand is, alsof er geen vloed komt en de aarde nooit zal vergaan. Kan mij niet een soortgelijke houding verweten worden, vroeg ik mij af. Zo selectief als de Rrattika de boodschap van de komst van het naderend onheil interpreteerden, zo hoor ik van de moderne onheilsprofeten alleen wat ik wil horen. Ook het thema racisme en de bijbehorende vooroordelen komt uitgebreid aan de orde. De donkere familie van Re Jana heeft het niet op de lichtere Rrattika. De naam die ze aan het volk gegeven hebben, getuigt al van vreemdelingenhaat: de Rrattika zijn vernoemd naar ‘de glimmende, wormachtige insecten die je niet kunt vermorzelen omdat ze al zo plat zijn dat ze onder je voet uit kronkelen’. Dat juist de sympathieke vader zich schuldig maakt aan minachting jegens de Rrattika, maakt de situatie complex om te beoordelen - zoals een lievelingsoom die pvv stemt. Anne Provoost heeft met De arkvaarders een verhaal geschreven dat de moeilijke vragen niet uit de weg gaat; ze stelt ze, maar antwoorden geeft ze niet. Tot slot de vraag: is De arkvaarders een young adult-roman? Ja, dat is het zeker. Het verhaal volgt immers een meisje ‘aan het einde van haar groeitijd’, een meisje dus dat ongeveer even oud is als de lezers van deze doelgroep. De thema's die aangesneden worden, zullen zeker herkenning oproepen bij de young adults: verlangen, verliefdheid, het horen bij een groep. Maar daarmee is niet alles gezegd. Met zijn diepgravende thematiek en prachtige taalgebruik is het evengoed een roman die oudere lezers zal aanspreken, misschien nog meer dan de beoogde doelgroep. Door een boek als dit wordt de overstap naar literatuur voor volwassenen gemakkelijker voor jonge lezers. Immers, de stap tussen De arkvaarders en Arthur Japins De zwarte met het witte hart (ook een roman met een historische kern die grote thema's niet schuwt), is na het lezen van De arkvaarders niet groot meer. Mooi eigenlijk, dat de grenzen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen langzaamaan vervagen: grensoverschrijdend leesgedrag! |
|