tie verrassend en up-to-date te houden. Om te beginnen moest ik voor de volgende dag maar eens een lijstje opstellen met titels, filmmakers of subgenres die ik in de schappen miste. Ik knikte begripvol, geïmponeerd door Steve's kaalgeschoren kop en onnavolgbare taalmelange, en slofte vervolgens moedeloos naar huis, in de overtuiging dat ik mijn droombaan als volstrekte leek meteen weer zou verliezen.
Die avond legde ik een pen en notitieblok op tafel en sprak voor het eerst in ruim een jaar een plechtig schietgebedje uit. Online assistentie was geen optie - de bieb was al dicht en bovendien zou ik niet hebben geweten waar ik moest beginnen. Met een halve fles bessenjenever die Pam maanden geleden in de koelkast had achtergelaten ijsbeerde ik door de huiskamer in afwachting van inspiratie.
Ver na middernacht, halfdronken en de wanhoop nabij, besloot ik dan maar toe te geven aan de opwelling die al uren om aandacht zeurde. Ik ging zitten, stroopte mijn mouwen op en zette ze allemaal op papier, de eindtijdthrillers en bekeringsverhalen, de stichtelijke familiedrama's en kuise tienerkomedies, alle christelijke films die me te binnen schoten. Het was alweer licht buiten toen ik vijf kantjes had volgekalkt, de hele boel gealfabetiseerd in een tekstbestand had gezet en voldaan op de bank toeluisterde hoe mijn matrixprinter in snerpende morsesignalen een lijst titels produceerde waar het personeel in Barbarella zonder twijfel nog nooit van had gehoord.
Grote kans dat ik met pek en veren de videotheek uit zou worden getrapt, maar van laksheid kon ik in elk geval niet worden beticht.
Met een onrustig uurtje slaap achter de rug, nog aangeschoten van de bessenjenever, strompelde ik vlak na openingstijd Barbarella binnen. Steve nam mijn stapeltje aan elkaar gehecht printpapier met opgetrokken wenkbrauwen in ontvangst. Hij scande het eerste vel en keek met een verbaasd lachje op. ‘What the hell is this?’
Ik slikte. ‘Allemaal films die je hier volgens mij niet hebt staan.’
Hij las verder, wreef over zijn kin en begon zachtjes te knikken. ‘Fucking brilliant.’
Voor ik het wist stond ik geanimeerd te vertellen over het succes van Jesus, het filmimperium van Billy Graham en de actiefiguren, kleurboeken en pyjama's van Bibleman. Steve kon zijn oren niet geloven en nodigde me uit bij hem thuis een presentatie te komen geven van de opmerkelijkste relititels.
Toen we een paar dagen later onderuitgezakt met een joint naar de eindtijdhit Left Behind: The Movie keken, liepen de tranen over onze wangen en had ik het ongrijpbare gevoel dat ik een of andere drempel overging, dat er een lang, dramatisch hoofdstuk werd afgesloten. Ik geloof werkelijk dat ik lachte en huilde tegelijk.
Het begon met een plank die ik naar eigen inzicht mocht vullen. Later werd het