Liter. Jaargang 14

[p. 28]

Anton Ent
Gedichten

Zintuiglijk

De blinde broodbakker weet dat er een glas water op tafel staat
als zijn vrouw zegt: er staat een glas water op tafel
Hij opent het oor in het vertrouwen dat zij de waarheid spreekt

Zodra ze zegt: ik ruik vuur schiet hij wantrouwend overeind
en spert zijn neusgaten om de geur van de leugen op te snuiven

[p. 29]

Vrees

Een altaar op de boswei
een doopvat op een viersprong
koor en schepen tussen bomen
wat moet ik zien, wat moet ik vrezen?

Ik bang voor zand en licht
zoek liefelijke erica en brem
en trek me op aan de berkenstam
van het beweeglijke zilverlicht

Water hijg ik. Ben ik dat hert?
Waar stroomt de beek? Waar
kan ik op mijn knieën slurpen?

[p. 30]

Keuze

Kies je voor kou van takken en stammen
rood- en zwartwild, durf je versterving aan?

Overschrijd je het wildrooster als een man
die opgaat in schoonheid en eenheid?

Het zandpad leidt niet naar vervoering
en wissels lopen vast in struikgewas

Tussen hemel en aarde vlamt
de eekhoorn. Verder geen vuur