Len Borgdorff
Ik groet je. Kap het hout
Oek de Jong herlezen 2 - Over Cirkel in het gras (1985)
Ruim vijfentwintig jaar geleden verscheen de tweede roman van Oek de Jong, Cirkel in het gras. Het succes van zijn eerste roman, Opwaaiende zomerjurken (1979), was zo groot geweest dat lezers gespannen uitkeken naar de opvolger. Die spanning werd nog versterkt doordat men wist dat er een volgende roman zou komen en als het wachten dan zes hele jaren duurt, moest dat toch iets prachtigs worden.
De uitgever zette, toen het in mei 1985 verscheen, het boek stevig in de markt, onder andere door te zorgen voor een ruime verspreiding van affiches. Die herinner ik me tenminste nog. Ik kocht mijn exemplaar in juni van dat jaar, de vierde druk. Toen hadden al 50.000 exemplaren een eigenaar gevonden.
Het boek zou nog vaak herdrukt worden. Daarbij zullen zeker ook de lovende recensies een rol gespeeld hebben. Tot 2002 kwamen er dertien drukken. Voor zover ik kon nagaan, is het boek daarna niet herdrukt, al zal dat binnen niet al te lange tijd vast wel weer gebeuren. Het ligt, net als zeven andere titels van De Jong, nog in de boekhandel, wat op zich al heel bijzonder is.
Toch kan ik me wel voorstellen dat het boek sinds 2002 niet herdrukt werd. In dat jaar verscheen namelijk De Jongs derde grote roman, Hokwerda's kind, en daarmee kwam Cirkel op de derde plaats te staan.
Er is nog iets met die twee boeken. In het eerste deel van Cirkel zien we de gebeurtenis door de ogen van Hanna Piccard, een Nederlandse journaliste die haar liefde voor Rome wist te vertalen door daar voor de Nederlandse pers te gaan werken. Ze lijkt op Lin, de hoofdpersoon uit Hokwerda's kind: alsof Hanna de oudere zus is van Lin. Beide vrouwen laten zich leiden door hun gevoelens. Mensen maken wel eens het onderscheid tussen hoofd, hart en buik als centra van waaruit iemand zichzelf bestuurt of wordt bestuurd. Bij deze dames zit het centrum in de buurt van de buik en zij worden meer bestuurd dan ze zichzelf besturen.
Ze zouden beiden heel goed teruggevonden kunnen worden in romans uit het eind van de negentiende eeuw. Daarin lijken gevoelens en gedachten de verhaalfiguren nogal eens te overkomen.
Hanna maakte kennis met Rome toen ze achttien was: ‘Er ging een siddering door het buslichaam en hetzelfde gold voor het hare. Ja, had ze toen gedacht, ja.’ Wel realiseer ik me dat het me makkelijker viel om mee te gaan in de beleving van Lin dan in die van Hanna Piccard. Hanna is een beetje vervelend en ook niet interessant: ze doet boeiend werk, lijkt me, ze moet een behoorlijke ontwikkeling