Het is het leven dat ons verandert
Aandacht voor een film in een literair tijdschrift, kan dat? Ja. Zeker in een themanummer over zien. Zeker als het een, om zo te zeggen, ‘literaire film’ betreft. Zeker als het om een film gaat waarin het kijken niet van de lucht is.
Ik heb het over Il y a longtemps que je t'aime, de eerste film van Philippe Claudel. Dat er maar meer mogen volgen. Net als de romans van Claudel heeft deze film zo'n diepgang, dat je niet snel uitgekeken raakt. Centraal in de film staan twee zussen: Juliette (Kristin Scott Thomas) en Léa (Elsa Zylberstein). Juliette komt vrij na een gevangenisstraf van vijftien jaar. Haar zus Léa, getrouwd met Luc en moeder van twee pleegdochters, vangt haar op. Ze hebben elkaar die vijftien jaar nauwelijks gezien. Léa kent maar een halve waarheid over de ‘misdaad’ die Juliette begaan heeft, de kijker weet in eerste instantie helemaal niets.
De zorgvuldige spanningsopbouw is maar een van de elementen die deze film tot een ‘literaire film’ maakt. Net als in goede literatuur wordt de wereld van Il y a longtemps bewoond door geloofwaardige personages die een karakterontwikkeling doormaken. En Claudel vult in deze film niet alles in. Zonder verbeelding, zonder inlevingsvermogen kom je er niet als kijker. En zoals je met een goed boek niet klaar bent als je de laatste bladzijde hebt omgeslagen, zo ben je met deze film niet klaar na de aftiteling.
Il y a longtemps past overigens goed bij het literaire oeuvre van Claudel. Daarin speelt met regelmaat de vraag wat goed is en wat kwaad. En wat blijkt in deze film: er zijn vooral veel ‘grijze zielen’. Én er is hoop. In zijn film zelfs nog meer dan in zijn boeken, aldus Claudel zelf in een boeiend interview dat een van de extra's is op de dvd. Die hoop zit hem in de veerkracht van Juliette, die na een traumatische ervaring toch weer ja tegen het leven durft te zeggen. Maar zo'n wedergeboorte is een hele bevalling, dat red je als mens niet alleen.
Juliette heeft medemensen. Zij wordt gezien. Door Léa, in eerste instantie. En door haar kleine, stralende, eerlijke nichtje P'tit Lys. En dan is er Michel, een collega en vriend van Léa, die ook een vriend wordt voor Juliette. Één scène trof me bijzonder: Juliette op de grond met haar rug tegen de bank, benen opgetrokken, pratend. Michel op de bank, rokend, soms naar Juliette kijkend, maar vooral luisterend; hij ís het luisteren. Zij ziet hem niet, maar weet zich gezien en gehoord.