Gezien worden doet opleven
Marit Törnqvist kreeg in 1996 een Zilveren Griffel voor het prentenboek Klein verhaal over liefde, een boek met weinig tekst en veel prenten, die Törnqvist schilderde in een tijd dat ze het erg moeilijk had. Het schilderen fungeerde als uitlaatklep, als dagboek. De intensiteit en het universele van de emoties spreekt veel volwassen lezers aan. Dat gold voor Klein verhaal over liefde, maar niet minder voor haar recente werk Wat niemand had verwacht. In beide gevallen gaat het om een buitenstaander die de wereld om zich heen bekijkt; vanaf een eenzame positie in de zee of noodgedwongen geïsoleerd van de massa in een diep gat. Maar beide buitenstaanders worden zelf ook gezien, wat allerminst vanzelfsprekend is.
Klein verhaal over liefde gaat over een meisje dat in weer en wind op een paal in de zee zit. Ze ziet de wereld met al wat daarin is aan zich voorbijtrekken: boten met zieke en boten met gezonde mensen, boten vol plezier en boten vol verdriet; kleine armoedige en grote rijke boten. Ze ziet alles aan, maar niets kan haar uit haar inertie halen; ze is een buitenstaander. ‘Op een dag gebeurde er iets onverwachts.’ Er komt een boot met een man naar haar toe, hij lacht naar haar en zwaait. Als hij weer weg is, ziet de wereld er somber uit: de zee en de lucht zijn grauw en troosteloos. Er komen mensen langs varen die haar met een drankje, een beetje warmte of een muziekje willen troosten. Het meisje neemt ze allemaal waar, maar ze bereiken haar niet. Dan breekt een storm los en de zee ligt vol wrakhout van vergane schepen. Heel in de verte ziet ze nog één boot: ‘Het was de boot van de man die naar haar had gelachen.’ Het meisje zoekt planken uit het water en begint op haar paal een huisje voor twee te bouwen. Daarop stort ze zich met overgave, maar het huis wordt te zwaar en valt uit elkaar. Van het wrakhout maakt ze een vlot en daarop vaart ze naar het licht aan de horizon.
‘Gezien worden doet opleven’, zei Vonne van der Meer naar aanleiding van haar roman Take 7, en dat is misschien het thema van dit prachtige prentenboek. Klein verhaal over liefde zou ook de titel van Törnqvists recentere boek hebben kunnen krijgen: Wat niemand had verwacht. En dát boek zou wat mij betreft gerust Klein verhaal over liefde kunnen heten. Nu geen eenzaam meisje op een paal aan wie (bijna) alles voorbij gaat, maar een meisje in een kuil dat uit de massa is geraakt.
‘Alle mensen hadden haast en iedereen was onderweg. Van hier naar daar, samen of alleen. De mensen wilden van alles en moesten veel. Ze telefoneerden en keken op hun horloge. Stilstaan deden ze nooit.’ Zo begint Marit Törnqvist haar prentenboek Wat niemand had verwacht.
Als je zo druk bent, heb je voor om je heen kijken geen tijd. Dat doet de hoofdpersoon dan ook niet. Törnqvist tekent een meisje dat nog wat harder loopt dan alle anderen die samen een grijze massa om haar heen vormen. Dan gebeurt er iets wat niemand had verwacht: het meisje valt in een diepe kuil. Iedereen schrikt ervan, wil helpen, maar de kuil is te diep, de ladders zijn te kort, het meisje is onbereikbaar. Al gauw bekommert zich nog maar één per-