anekdotes, Samuel Johnson, bijvoorbeeld, die in de 18e eeuw als zestigjarige een uur in de regen ging staan, als penitentie, daar, waar hij ooit zijn vader teleurstelde bij een boekenkraam: iets, wat ik nu ook van plan ben. En Barnard zelf, die als jonge student, na lange tijd wekelijks te gast te zijn geweest bij brave, vermoeide puriteinen, per ongeluk en onwetend boven het onder muntsaus verstopte lamsvlees het woord bloody bezigde en prompt de dag erna schriftelijk en teleurgesteld definitief werd afbesteld.
Barnard junior, omdat vader Barnard vaak langskomt, in brieven en herinneringen, als ijkpunt, wijs, precies, en met een fors gewicht aan gelijk. Zo ligt senior ergens in het boek in de voorkamer en in de late jaren zestig languit de Beatles-platen van junior te luisteren en het poëtische van John Lennon te bewonderen: niet gewoon de muziek van je kinderen afkeuren, daar krijg je ook spanningen van.
Ondertussen, een precieze balans tussen geërgerde liefde en genetisch bepaalde eigenzinnigheid maakt dit boek steeds lastiger weg te leggen. Het is een geslaagde kruising, misschien, tussen zijn dikkere maar ontegenzeggelijk tragere boek over België, Eeuwrest, uit 2001, en zijn prachtige peinsboek over dichters, Dichters van het avondland, uit 2006. In feite is ook dit zoeken en graven in Engeland en in de Herinnering, alleen en samen met vader, een ode aan het superieure en het eigenzinnige en vooral het elitaire, nu de vervlakking via het wereldwijd gesponnen net algemeen en volledig dreigt te worden. Wie het lezen en de adel en W.H. Auden en de stug volgehouden Anglicaanse Evensong en de Engelse koningin, die koel ‘Geruststellend’ zegt, als iemand haar vertelt dat ze zo op de koningin lijkt, verdedigd wil zien, en Disney en de Luidrucht van de Televisie streng teruggewezen, zoals ik, bijvoorbeeld, die zit goed.
Ik heb zelfs even overwogen de heer B. te melden, dat ik zijn passerende referentie op pagina 167 aan ‘The ivy-mantled tower’ direct tot ‘Elegy written in a country churchyard’ van Thomas Gray wist te herleiden omdat ik dat wondergedicht als vijftienjarige liefhebber hevig bewonderde en moeizaam in het Nederlands vertaalde (en met mijn vaders schrijfmachine en éénvingerig typewerk vastlegde), maar hij redt het wel alleen. Hij lijkt me geen groot liefhebber van Pink Floyd, maar hun wonderlied ‘Time’ drukt zijn even dappere als wanhopige houding precies uit: ‘Hanging on in quiet desperation / is the English way.’ En de Barnard-way.
Benno Barnard, Een vage buitenlander. Atlas, Amsterdam 2009, 252 blz., €18,90.