Liter. Jaargang 13
(2010)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
Laatste keer halloNiet doodgaan, Pa -
maar ze gaan dood.
Dit laatste jaar was hij onrustig:
haalde een nieuw blad van een kettingzaag
en knutselde een reserveblad van onderdelen.
Als ik even ga liggen wordt misschien
mijn hoofd wel weer beter.
Zijn linkerschouder kwam steeds verder
omhoog in zijn trui.
Hij kon in een gezicht de dood zien.
De familie riep hem altijd:
dit is de zieke, zeg het maar.
Toen hij aan de beurt was, werd het hem verteld.
De knobbel gevonden in zijn hoofd
was zo groot als een eendenei. Geen last van.
Twee tot zes maanden, Cecil.
Het komt wel goed met mij, riep hij
als zijn arme zus belde
dat doe ik wel als ik klaar ben met doodgaan.
*
Niet doodgaan, Cecil.
Maar dat doen ze toch.
Steeds voor de laatste keer
het bos in, vreemde enorme
| |
[pagina 67]
| |
stompen, wit als bot, tussen
de nieuw opgeschoten whipstick.
Ik zou de hele dag kunnen hakken.
Ik kan altijd nog een cheque
verzilveren, overal in Sidney,
in elke winkel.
Eten, nog altijd aan het hoofd
van de tafel, maar hij zag niet meer alles
aan de kant van zijn mes.
Sorry, Pa, maar, bijvoorbeeld,
heb je je vijanden vergeven?
Je vader, en zo?
Zijn hele leven van pijn.
Dat moet haast wel (grijns). Ik
denk daar nu niet aan.
Mensen kunnen geen vaarwel
meer zeggen. Men zegt de laatste keer hallo.
Met Kerst ging het hard,
hij kwam nog steeds struikelend
zijn kamer uit, waar zijn foto's
over al het ander meubilair hangen, en
speelde gastheer voor zijn rouwenden.
Zijn luidruchtige moed,
de stoere harde stem van zijn verwarring.
Twee laatste dagen in het ziekenhuis:
zijn lange onderarmen stil als
rood mahoniehout. Zijn handen
klemmend om de bedrand. Ik ga dood.
De tweede dag:
jij wil dolgraag praten
maar ik heb het te druk met doodgaan.
| |
[pagina 68]
| |
*
De pijn was voorbij toen hij stierf,
de weduwnaar als een soldaat die
niet leven wil als zijn maten gesneuveld zijn.
Vaarwel, Cecil! Geen ouwe jachthond meer.
Geen landbouwnieuws meer. Geen verhalen meer.
We gebruiken nog steeds jouw fantasie,
rijker dan die van ons bij elkaar.
Je graf is op een of andere manier
kleiner geworden, in drie maanden.
scherper, door de ingezakte klei
als een rits die vastzit in een jas.
Je cricketlaarzen staan in het
museum! Heel soms komt er nog een
brief. Na jou nog twee sterfgevallen:
Annie, en Stewart. Ouwe Stewart.
Veel volk, op jouw dag,
familie, en mensen van elders.
Natuurlijk waren er al heel wat
naar hun eigen begrafenis gegaan.
Snobs proberen ons tegenwoordig
religie uit het hoofd te praten.
Klootzakken. Ik gun je God.
Vertaling: Menno van der Beek |
|