Liter. Jaargang 13(2010)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Willem Jan Otten Drie gerichte gedichten I Uw zwaarste sanctie is u te beseffen, hoe u nooit niet bereid bent. Zo hebt u mij elk jaar een jaartje ouder laten worden, en soms ook twee jaar of meer. Dank daarvoor, en ook voor uw geduld van leeg papier. U bent gaan liggen elke ochtend weer, op mijn werkblad aangeschoven aan het blanco eerste uur. Sinds de grote wereldkrimp is er 's ochtends vroeg merkbaar minder luchtverkeer. Zon komt op van links. Tuin nog donker nat van nacht. In Bussum Zuid rukt kyrie de eerste ambulance uit. In de kinderboerderij piauwt een pauw om pauw. U laat mij ouder worden wat inhoudt dat ook ik gestadig krimp. [pagina 42] [p. 42] Kijk maar in mijn spiegel. Mijn presentia verzwakt. Ik moet bekennen dat ik mij op een dergelijk sluipend ontheugen niet wel heb voorbereid. Ik had iets anders verwacht. Hoe ouder hoe meer memorie, en voller van betekenis dus ook. Ik heb mij verheugd op iemand die ik niet geworden ben, en ook niet meer kan velen. Wat heb ik aan Nabokov sinds u mij hindert. Mijn koninkrijk voor een magneet. Verschrompelend uw wegen, en dan zeg ik het discreet. Uw zwaarste sanctie is beloning in natura - u te beseffen, uw bereidheid van blanco papier. [pagina 43] [p. 43] II Postduif wordt omhoog geworpen klapwiekt hectisch en begint zijn tocht, aan zijn hiel een kokertje daarin heel strak opgerold zijn ziel, alles zou hij geven om zijn ziel te lezen daarom wiekt hij zich een kriek. Pas met de til in zicht wordt zijn vermoeden zekerheid, en uitermate bang. Hij beschrijft nu wijde cirkels om het rammelen van uw bakje voer hij koert zijn vlucht tot poëzie. Het is niet niks, dat hij ten slotte landen moet waar hij is uitgebroed. Hij moet er aan, aan het besef een duif te zijn geweest, wat zeggen wil: de boodschap die u aan u zelf verstuurde. U toe te geven is geen sinecure. [pagina 44] [p. 44] III U heeft iets van moeder. Ook van haar wil mij de dag dat ik haar besefte niet heugen. Maar haar krijg ik terdege te spreken. Zo even was zij het die belde. Ze sneed, heel anders dan u, het ene na het andere aan, bijvoorbeeld Olivier Messiaen, zij had zijn Quattor weer beluisterd. Er vloog hoorbaar een Boeing over haar Osdorpse flat. Weer meden we de vraag of het daar nog wel gaat. Raar, zei ze, Messiaen duwt me terug in het kamp en toch zet ik hem op. Bent u alleen? Ze willen u spreken, uw weduwen en wezen, zoveel is zeker, in de afgrond zetten zij afgrond op. Vorige Volgende