maar ook een Barnardiaanse. Ik pleeg mezelf als een landjonker te omschrijven; Murray noemt zichzelf gewoon een boerenpummel en een Untermensch, een ‘subhuman redneck’ - wat alles bij elkaar wel zo'n beetje het verschil tussen de heuvels buiten Brussel en het Australische platteland samenvat.
Een paradoxale dichter, deze Murray. Zijn poëzie is vaak heel simpel en tegelijk even ontoegankelijk als de outback - zoals Auden verlustigt hij zich op het behaagzieke af in de eindeloosheid van de Engelse woordenschat. ‘Hij is simpelweg degene bij uitstek dankzij wie de taal voortleeft,’ zei Joseph Brodsky, uit wiens Russische ziel weleens vaker een overdrijving vloeide.
Zelfs een schijnbaar simpel gedicht als het bovenstaande levert nog interpretatieproblemen op. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet of ik het goed begrepen heb, laat staan goed vertaald. Het begin is wel duidelijk, dat gaat ondubbelzinnig over de holocaust. Maar ‘shawl waistcoat’ moest ik al opzoeken in de Oxford English Dictionary - door het bijgeleverde vergrootglas las ik in dat monsterlijke woordenboek met het microscopische lettercorps dat het een ‘vest met een patroon gelijkend op een oosterse sjaal’ betrof. De Engelse taal heeft de wereld gekoloniseerd en kwelt nu systematisch de overwonnen inlanders met onbegrijpelijke woorden. Of misschien ken je als aboriginal de woorden wel, maar desondanks snap je niet wat de versregels of beelden betekenen. En wat hebben die vesten en de mousseline-achtige stof geheten organdie nu met de holocaust te maken?
Ik bel mijn vriend David Colmer in Amsterdam. Deze voortreffelijke vertaler van Nederlandse literatuur is afkomstig uit Sydney en kent behalve Engels ook het Joods Museum. Ik ben zo geconditioneerd dat mijn interne brein bij die woordcombinatie enkel ‘shoah’ kan denken; maar David weet me te vertellen dat er in het museum allerlei ouwe Joodse rommel van lang voor het Derde Rijk wordt bewaard.
Maar wat betekent dan in hemelsnaam ‘the fall of the air’? En welke les wordt ons over de Vijand voorgehouden?
We komen na enig overleg tot de conclusie dat die val ‘de ondergang van overdreven verfijnd gedrag’ moet betekenen, het soort gedrag dat tijdens de Belle Epoque in zwang was, zodat deze regel zowel op 1914 als op de jaren dertig kan slaan. Maar het vervolg stelt ons voor onoplosbare ambiguïteiten. ‘Maybe he means that, while preserving the memory of the victims, you also preserve Evil,’ zwam ik.
‘Of misschien is de Vijand wel de tijd en zijn de overwonnenen de slachtoffers van de holocaust,’ zegt hij. ‘Of de Vijand is de Europese cultuur, die een zwierige heer was tot 1914. Dat jaunty lijkt me erg sarcastisch.’
Een religieuze dichter is Murray ook. Zijn poëzie is ‘geworteld in het sacrale’,