| |
| |
| |
Les Murray
Gedichten
Vertaling: Maarten Elzinga
The aztec revival
Human sacrifice has come back
and bloodied its high stepped towers.
Few now think the blood's redeemed
by red peppers, or turkey in chocolate.
Human sacrifice comes, now always,
in default of achievement,
from minds that couldn't invent
the land-galaxies of dot painting
or new breakthrough zeroes, or jazz.
Uit: Poems the Size of Photographs, 2002
| |
| |
| |
Azteekse renaissance
Het mensenoffer maakte een come-back
en bebloedde haar getrapte torens.
Dat rode pepers, of kalkoen in chocolade,
genoegdoening voor bloed zouden verschaffen
gelooft haast niemand meer. Mensenoffers komen nu
altijd voort bij gebrek aan aansprekende daden
uit het brein van wie niet de landschaps-sterrenbeelden
van de stippelschilderkunst konden bedenken
noch nieuwe doorbraak-nullen, noch jazz.
| |
| |
| |
The Conversations
A full moon always rises at sunset
and a person is taller at night.
Many fear their phobias more than death.
The glass King of France feared he'd shatter.
Chinese eunuchs kept their testes in spirit.
Your brain can bleed from a sneeze-breath.
A full moon always rises at sunset
and a person is taller when prone.
Donald Duck was once banned in Finland
because he didn't wear trousers,
his loins were feather-girt like Daisy's
but no ostrich hides its head in sand.
The cure for scurvy was found
then long lost through medical theory.
The Beginning is a steady white sound.
The full moon rises at sunset
and lemurs and capuchin monkeys
pass a millipede round to get off on
its powerful secretions. Mouthing it
they wriggle in bliss on the ground.
The heart of a groomed horse slows down.
A fact is a small compact faith,
a sense-datum to beasts, a power to man
even if true, even while true -
we read these laws in Isaac Neurone.
One woman had sixty-nine children.
Some lions mate fifty times a day.
Napoleon had a victory addiction.
A full moon always rises at sunset.
Soldiers now can get in the family way.
Ongebundeld, 2007
| |
| |
| |
Gespreksthema's
De volle maan komt altijd op bij zonsondergang
en 's nachts lijken mensen veel groter.
Wie vreest zijn fobieën niet meer dan de dood?
De glazen koning van Frankrijk vreesde in stukken te breken.
Chinese eunuchen bewaarden hun testikels op sterk water.
Van hard niesen kunnen je hersens gaan bloeden.
De volle maan komt altijd op bij zonsondergang
en als iemand ligt lijkt hij veel groter.
Donald Duck was ooit verboden in Finland
omdat hij geen broek aan zijn lijf had:
zijn lendenen waren bevederd, net als die van Daisy,
maar geen struisvogel verstopt zijn kop in het zand.
Het middel tegen scheurbuik was bekend voordat het
dankzij de medische theorieën weer verloren ging.
Het Begin is een gestadige witte ruis.
De volle maan komt op bij zonsondergang
en kapucijneraapjes en lemuren
geven een duizendpoot door om high te worden
van zijn giftige sappen. Ze bijten erin
en liggen kronkelend van verrukking op de grond.
Het hart van een geroskamd paard klopt trager.
Een feit is een klein compact geloof,
zintuiglijk voor dieren, macht voor de mens,
al is het een feit, zelfs terwijl het een feit is -
deze wetten staan te lezen bij Isaac Neuron.
Eén vrouw had negenenzestig kinderen.
Sommige leeuwen paren vijftig keer per dag.
Napoleon leed aan een overwinningsverslaving.
De volle maan komt altijd op bij zonsondergang.
Soldaten kunnen tegenwoordig de gezinssfeer ondermijnen.
| |
| |
| |
Death from exposure
That winter. We missed her stark face
at work. Days till she was found, under
his verandah. Even student torturers
used to go in awe. She had zero small talk.
It made no sense she had his key.
It made no sense all she could have
done. Depression exhausts the mind.
She phones, no response, she drives up
straight to his place in the mountains,
down a side road, frost all day.
You knock. What next? You can't manage
what next. Back at last, he finds her car.
She's crawled in, under, among the firewood.
Quite often the world is not round.
Uit: The Biplane Houses, 2006
| |
| |
| |
Dood door bevriezing
Die winter. We misten haar strakke gezicht
op het werk. Dagen, voor ze gevonden werd
onder zijn veranda. De drammerigste studenten
dropen geïmponeerd af. Ze hield niet van praatjes.
Dat ze zijn sleutel had, deed er niet toe.
Alles wat ze had kunnen doen
deed er niet toe. Depressie maakt je hoofd moe.
Ze belt, er wordt niet opgenomen. Ze rijdt
in één ruk naar zijn huis in de bergen.
Een zijweg, de hele dag vorst.
Je klopt aan. En dan? Wat dan
kun je niet aan. Eindelijk thuis, ziet hij haar auto.
Ze was in, onder, tussen het brandhout gekropen.
De wereld is lang niet altijd rond.
| |
| |
| |
Aurora prone
The lemon sunlight poured out far between things
inhabits a coolness. Mosquitoes have subsided,
flies are for later heat.
Every tree's an auburn giant with a dazzled face
and the back of its head to an infinite dusk road.
Twilights broaden away from our feet too
as rabbits bounce home up defiles in the grass.
Everything widens with distance, in this perspective.
The dog's paws, trotting, rotate his end of infinity
and dam water feels a shiver few willow drapes share.
Bright leaks through their wigwam re-purple the skinny beans
then rapidly the light tops treetops and is shortened
into a day. Everywhere stands pat beside its shadow
for the great bald radiance never seen in dreams.
Uit: Conscious & Verbal, 1999
| |
| |
| |
Aurora languit
In het citroengele, ver tussen de dingen uitgegoten zonlicht
huist koelte. De muggen hebben zich teruggetrokken,
vliegen zijn voor latere hitte.
Elke boom is een verblinde, rossig fronsende reus
die een eindeloze schemerlaan de rug toekeert.
Schaduwen verbreden zich ook vanaf onze eigen voeten
terwijl konijnen door smalle graspoorten huiswaarts huppelen.
Alles dijt uit in de verte, vanuit dit perspectief.
De trippelpoten van de hond roteren zijn eind van de oneindigheid
en een enkele wilgenvitrage deelt de rilling van het water.
Vonken, in hun wigwam lekkend, herpaarsen de magere boontjes,
dan stapt het licht de boomtoppen over en wordt verkort
tot een dag. Al-om staat naast zijn schaduw paraat
voor het grote naakte stralen dat nooit doordringt in een droom.
| |
| |
| |
Nursing home
or spit purée at the staff
of indoors, there is a lady
who has distilled to love
beyond the fall of memory.
who calls her brother and George
as bees summarize the garden.
Ongebundeld, 2007
| |
| |
| |
Verpleeghuis
panikeer noch breek je heup,
spuw geen puree naar personeel:
om het einde waar gender vervaagt
toch, in het zachte pastel
van binnenlicht blijkt een dame
die haar george noemt en broer
terwijl bijen de tuin resumeren.
| |
| |
| |
The blueprint
Whatever the great religions offer
it is afterlife their people want:
Heaven, Paradise, higher reincarnations,
for these they will love God, or butter Karma.
Afterlife. Wherever it already exists
people will crawl into ships' framework
or suffocate in truck containers to reach it,
they will conjure it down
on their beaches and their pooled clay streets,
inject it, marry into it.
The secular withholds any obeisance
It must go declaratively down,
but ‘an accident of consciousness
between two eternities of oblivion’ -
of those eternities already, on our ear.
After the second, we require an afterlife
greater and stranger than science gives us now,
what mortal life has been.
Uit: The Biplane Houses, 2006
| |
| |
| |
De Blauwdruk
Wat de grote religies ook bieden
hun mensen wensen hiernamaals:
een Hemel, Paradijs of hogere reïncarnaties,
samen of ieder voor zich -
daarvoor hebben ze God lief, of paaien ze Karma.
Hiernamaals. Waar het al bestaat
zullen er mensen in een scheepsromp kruipen
of stikken in vrachtwagencontainers
om er te komen, ze zullen het bezweren
vanaf hun stranden, hun beslijkte straten,
ze spuiten het in, of trouwen in die sferen.
De wereldling onthoudt zich
van elk opwaarts eerbetoon:
het moet categorisch bergaf gaan,
slechts ‘een toevallig moment van bewustzijn
tussen twee eeuwigheden van vergetelheid’ -
waarvan we er allemaal al een
hebben doorgebracht - op ons dooie gemak.
Na de tweede verlangen we een hiernamaals
groter en vreemder dan wat de wetenschap nu geeft,
levensecht, maar liefst anders
dan het sterfelijk leven geweest is.
| |
| |
| |
Blueprint II
with all the difficult people
away in a separate felicity.
Uit: The Biplane Houses, 2006
| |
| |
| |
Blauwdruk II
met voor alle lastige types
| |
| |
| |
The images alone
Scarlet as the cloth draped over a sword,
white as steaming rice, blue as leschenaultia,
old curried towns, the frog in its green human skin;
a ploughman walking his furrow as if in irons, but
as at a whoop of young men running loose
in brick passages, there occurred the thought
like instant stitches all through crumpled silk:
as if he'd had to leap to catch the bullet.
A stench like hands out of the ground.
The willows had like beads in their hair, and
Peenemünde, grunted the dentist's drill, Peenemünde!
Fowls went on typing on every corn key, green
kept crowding the pinks of peach trees into the sky
but used speech balloons were tacky in the river
and waterbirds had liftoff as at a repeal of gravity.
Uit: Poems the Size of Photographs, 2002
| |
| |
| |
De beelden alleen
Scharlaken als de lap die over een zwaard hangt,
wit als dampende rijst, blauw als jacobsladder.
Oude kerrie-stadjes, de kikvors groen in zijn mensenhuid;
een ploeger die aan zijn vore lijkt vastgeketend, maar
als bij het gejoel van een troep balorige jongeren
in binnenstadssteegjes schoot de gedachte door hem heen
gelijk bliksemend stiksel door gekreukte zijde:
alsof hij moest springen om de kogel op te vangen.
Een stank als uit de grond reikende handen.
In het haar van de wilgen glinsterden kralen, en
Peenemünde, krijste de boor van de tandarts, Peenemünde!
De kippen typten nog steeds op iedere maïstoets, groen
duwde nog steeds het roze van perzikboompjes de lucht in
maar gebruikte spraakballonnen dobberden klef op de rivier
en watervogels stegen op als was de zwaartekracht herroepen.
|
|