Crisis en kruis bij een cynicus
Op het omslag van Het lam van Peter de Vries staat een stapel kranten afgebeeld. De bovenste krant laat nog net een foto van een concentratiekamp zien, met daarboven de kop: ‘De mens is tot alles in staat’. Bovenop deze stapel kranten ligt een lam je berustend aan te kijken - zijn poten zijn aan elkaar gebonden.
De boodschap lijkt duidelijk voor wie Pasen heeft gevierd. En de titel ook. Maar als je als lezer op grond van deze gegevens achter het omslag een verhaal verwacht aan te treffen met een eenduidig christelijke boodschap, dan heb je het mis. Hoofdpersoon Don Wanderhope is bepaald geen lammetje. Als zoon van Nederlandse immigranten in Chicago zet hij zich af tegen het milieu waarin hij opgroeit, niet in het minst tegen het geloof van die gemeenschap. Hij staat daarin overigens niet op zichzelf. Zijn vader is een aartstwijfelaar; zijn broer Louie twijfelt juist niet. Integendeel, Louie sterft - nog jong - in de overtuiging dat er geen God bestaat. Don trekt zich op aan zijn broer en lijkt er hetzelfde ‘geloof’ op na te houden. Hij leeft volgens zijn eigen moraal en trekt zich van God noch gebod iets aan. Maar het leven dwingt hem op de knieën. Een voor een raakt hij werkelijk iedereen die hij liefheeft kwijt aan de dood. Het verlies van de een lijkt hem meer te raken dan dat van de ander, maar wanneer tot slot zijn enige dochtertje een langzame dood sterft door leukemie, brengt dat hem pas in een fundamentele crisis.
Hoe verwoord je als schrijver zulke zware thematiek? De Vries, Amerikaans schrijver van vooral komische literatuur, weet er wel weg mee. Niet voor niets is het dochtertje van de hoofdpersoon een fan van komedies. Haar eigen vader komt, als was hij hoofdrolspeler in een film, in diverse ongemakkelijke situaties terecht, die hilarisch bedoeld zijn. Maar naarmate het verhaal vordert, wordt het steeds ernstiger en blijft de komedie op de achtergrond. Eerlijk gezegd begint het me vanaf dat moment pas echt te boeien. De cynische toon, die ontstaat wanneer je een verhaal vol lijden komisch wilt verwoorden, stond me van meet af aan tegen, maar wanneer Dons dochtertje Carol ziek wordt, zie je voor het eerst wat er in het diepst van Dons hart leeft. Achter het cynisme blijkt zich een kwetsbare, liefhebbende vader te verschuilen.
Het leven dwingt Don op de knieën, schreef ik. En inderdaad lijkt dat het geval aan het einde van het voorlaatste hoofdstuk wanneer Wanderhope letterlijk eindigt ‘aan de voet van het Kruis’. In de hoofdstukken daarvoor zijn er al wel tekenen die erop wijzen dat Dons geloof in het niet-bestaan van God toch niet zo onwankelbaar is als het lijkt. Interessant in dit verband is de rol van Stein, de lotgenoot die Don tegenkomt in het ziekenhuis op de afdeling met leukemiepatiëntjes. Stein heeft er een genoegen in om overal luid en duidelijk, te pas en te