Hilde Bosma
Blijvender dan brons
Over Emily Dickinson
De buurtkinderen stonden onderaan het raam en zagen alleen haar handen, die het koord, waaraan de mand met versgebakken lekkernijen hing, voorzichtig lieten vieren. Misschien zagen ze ook nog haar onderarmen, gestoken in de mouwen van de witte jurk die ze zelf had gemaakt en altijd droeg. Emily Dickinson (1830-1886, Amherst, Massachusetts), de ‘non’, zoals ze soms ook werd genoemd, deelde graag uit, maar liet zich niet zien. Wanneer ze buiten kwam was het om in de tuin te werken: in haar tuin met de zorgvuldig gerangschikte bloemperken, waar bijen op afkwamen en vlinders. Ze droogde honderden planten die ze keurig gedetermineerd in een herbarium plakte. Dat is bewaard gebleven, de tuin niet. Maar ook daarvan deelde ze uit, op afstand. Emily stuurde kleine boeketjes naar vrienden, met begeleidende gedichten. Later schreef zij: ‘they valued the posy more than the poetry’. En als er bezoek kwam, voor haar zus, of haar vader, of voor haar zelf, dan moest het raar lopen, wilde ze zich niet de trap op haasten. Uit beeld.
In de stilte van haar kamer schreef en bewaakte ze in die tientallen jaren van toenemende afzondering bijna achttienhonderd verzen, die haar jongere zus Lavinia na haar sterven ontdekte; achthonderd daarvan waren gerangschikt en in veertig keurige banden genaaid. Emily's brieven verbrandde Lavina, zoals ze had beloofd, maar veel brieven die Emily verstuurde zijn er gelukkig nog, bedoeld voor correspondentievrienden, familie en geliefden maar nu voor iedereen in druk te lezen. Zoals haar laatste en kortste, vlak voor haar dood aan twee lievelingsnichtjes gestuurd: ‘Little Cousins, Called Back. Emily’.
Over de gedichten had Lavinia geen toezegging tot verbranding hoeven doen. Het lukte haar om via vrienden de poëzie in boekvorm uit te brengen. Zonder redactioneel ingrijpen ging dat niet. De paar anonieme verzen, die tijdens haar leven waren gepubliceerd, waren ook aangepast aan de toen geldende dichterlijke normen. Emily was daar niet van gecharmeerd. Na de eerste uitgaven wonnen de verzen steeds aan populariteit, en het is waarschijnlijk niet overdreven te stellen dat haar werk tot de wereldtop gerekend wordt, tegenwoordig. En toch duurde het zeventig jaar, na haar dood, voordat haar werk kon worden uitgegeven zoals het is geschreven: met hoofdletters waar ze eigenlijk niet horen, veel streepjes, extreem korte zinnen, halfrijm, zonder titels. Titels kunnen bijzonder prettig