Liter. Jaargang 12(2009)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Koos van Zomeren Dag des Heren [I] Elke zondag om tien voor tien worden hier de klokken van de Opstandingskerk geluid, heel storend. Maar nu, het is toch zondag, toch al tien voor tien geweest. Wat zou er gebeurd zijn. Koster verkouden, vogelnesten in de toren, het hele zaakje door de andersgelovigen opgeblazen? Of stel dat Christus vannacht is teruggekeerd, dat alle rechtvaardigen intussen ten hemel zijn opgenomen - zou het dan zo stil zijn op straat.? Iris, zeg ik. Misschien zijn wij de laatste mensen op aarde. En de hond, zegt zij. Is die er nog.? [pagina 5] [p. 5] [II] Heer, ik bid U laat mij leven zonder zonde zonder nadeel voor de aarde zonder schuld aan medemens en dier, help mij om niets te willen zijn niets te bereiken niets te betekenen, niet iemand anders, Heer, neem niemand neem mij tot in eeuwigheid amen. [pagina 6] [p. 6] [III] Heer, leen mij Uw oor en luister even mee. Beethoven ja, U kent hem wel. Pianotrio nummer 7, vooral het adante cantabile. Deze eenzaamheid. Deze heroverende eenzaamheid. Geef mij dan woorden Heer, verlos mij van die arme haas in mij, die eindeloze zanderij waar gister nog een polder was met paadjes met sloten en weiland bietenvelden en griendhout, de wereld die een haas bevatten kon. Deze vergeefsheid. Deze betoverende vergeefsheid. Nou, hoe zit het helpt U mij met dit gedicht of moet ik alles weer alleen doen. [pagina 7] [p. 7] [IV] Heer, nu mijn woord is verstomd, mijn adem is verdampt, mijn as is verstrooid (of mijn gebeente begraven, wat wou ik ook alweer), nu mijn teleurstellingen eerlijk onder de kinderen zijn verdeeld nu ik Uw bestaan niet meer ontkennen kan - wees mij genadig Heer of, als dat teveel gevraagd mocht zijn, dénk nog eens aan mij; zo'n pretje was het in Uw schepping niet. Vorige Volgende