Liter. Jaargang 11(2008)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Bob Dylan Sinjeur Mijnheer, Sinjeur, weet u waar de reis naartoe moet? Of het goed komt, of de zondvloed? Het lijkt of dit al eerder is gebeurd. Maar is dat waar? Weet u dat soms, Sinjeur? Mijnheer, Sinjeur, kunt u haar voor mij vinden? Duurt de reis drie uur? Of is het minder? Ik kijk in halve wanhoop naar de deur: Is er nog troost? Weet u dat soms, Sinjeur? En nog altijd tocht het lelijk op het bovendek En het kruis van ijzer hangt nog altijd om haar nek. En de drumband loopt nog altijd door het rampgebied Waar we zoenden. Waar ze fluisterde: vergeet mij niet. Mijnheer, Sinjeur, het circus kan beginnen: Ik hoor de draak, daarbinnen. Ik wacht in spanning tot er iets gebeurt. Weet u soms wie ik hebben moet, Sinjeur? Wat ik zag, terwijl ik huilend door de knieën ging, Was een zweeftrein vol met dwazen, die de mist in ging. En een zigeuner met de vlag halfstok, die lachend zei: Dit is geen droom, mijn jongen, maar de werkelijkheid. Mijnheer, Sinjeur, ze kennen geen genade, Maar ik kom zo wel weer op adem - Ik kan weer staan. En verder geen gezeur. Ik denk dat ik er klaar voor ben, Sinjeur. [pagina 47] [p. 47] Mijnheer, Sinjeur, als u de spullen inpakt, Dan breek ik vast de tent af. Ik snap niet goed meer wat er hier gebeurt: Wat komt er nu? Weet u dat soms, Sinjeur? Uit het Engels vertaald door Menno van der Beek. Oorspronkelijke titel: ‘Señor’, 1978. Vorige Volgende