Misschien per ongeluk weggegooid
Een goed boek brengt een lezer altijd van zijn stuk. Dat gebeurt bij lezing van Mama! Waar heb jij het geluk gelaten? van Ted van Lieshout. Door analyse van het gelezene probeer je als lezer de orde nog enigszins te herstellen, maar vasthouden aan je eerdere werkelijkheid kun je niet.
In dit prentenboek (verschenen bij Leopold, Amsterdam 2005, €16,95, bekroond met een Zilveren Griffel in 2006) heeft het kind een probleem dat de moeder niet voelt: het moet ‘altijd, altijd en overal en altijd alles altijd maar alleen.’ De moeder slaapt in de ochtend liever uit dan dat zij samen met het kind ‘gezellig pijn haalt’ in het ziekenhuis, en ‘alleen is pijn veel erger.’ Het kind, ooit zo overtuigd dat de vader ‘zonder mijn hand’ verloren is, heeft de hand van vader moeten loslaten: ‘Ik vind / het niet erg dat je bent gestorven, maar je hebt me / toen wel verschrikkelijk alleen gelaten, hè?’
Mama! waar heb jij het geluk gelaten? is het schrijnende verhaal van een onevenwichtig, onveilig gehecht kind. De moeder, die na middernacht stilletjes nog even bij haar kind kijkt, weet ook niet waar het verdwenen geluk gebleven is: ‘Je zult het wel ergens hebben laten / slingeren of het is gestolen of / misschien per ongeluk weggegooid.’
De prenten - qua techniek nieuw voor het oeuvre van Van Lieshout, omdat hij ze in deze omvang niet zonder computer had kunnen maken - vertellen een eigen, vrolijker verhaal naast de tekst: een collage van tweeëndertig doorlooppuzzels, een school van duizenden papegaaivissen en maar liefst honderdzeventien getekende sonnetten strijden om de aandacht van het naar kunst hongerende kinderoog. En daarom is Mama! Waar heb jij het geluk