Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liter. Jaargang 10 (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liter. Jaargang 10
Afbeelding van Liter. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Liter. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liter. Jaargang 10

(2007)– [tijdschrift] Liter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Methodistenziel

Men moet op het einde letten. Waar eerste regels de lezer het verhaal in lokken, zwaait het slot de lezer uit. Het slothoofdstuk, de laatste alinea's, de slotregel: meer dan dat kan de auteur de lezer niet meer bieden. Daarin moet het gebeuren, en niet al te opzichtig graag. Een epiloog is soms een zwaktebod, een al te gemakkelijke afhechting.

De roman De eindigheid der dagen (2005), het debuut van Peter Hobbs (1973), oorspronkelijk verschenen onder de nog somberder titel The Short Day Dying, heeft de vorm van een dagboek (Faber & Faber, London; Anthos Amsterdam/Mozaïek Zoetermeer 2007, €19,95). Een jaar lang houdt de methodistische lekenprediker en smidsbediende Charles Wenmoth op onregelmatige tijden een dagboek bij, en op oudejaarsavond 1870 maakt hij de balans op.

Op dat moment in het dagboek, aan het slot ervan, heeft de lezer bijna tweehonderdvijftig bladzijden klacht van deze zevenentwintigjarige schrijvende held achter de rug. De uren zijn te kort, het werk is zwaar, het kerkenwerk nog zwaarder, de mensen komen niet naar de kerk en als ze er zijn luisteren ze maar half, de catechese mislukt, pastorale bezoeken aan het zieke meisje Harriet French vormen een al te welkom lichtpunt: ‘Ik hield haar hand een tijdje vast [...] Er lag zoiets zuivers in het contact dat ik het gevoel nog steeds kan oproepen’ (112). Bij alle zondebesef kampt Charles toch nog met een fors tekort aan zelfkritiek, moet de lezer vaststellen.

Zulke ironische effecten van Charles' monoloog maken al die bladzijden van zuchten en klagen ondertussen uitermate goed leesbaar. Ze zijn tegen herlezing bestand. De vraag wordt dan: waar wordt de lezer geïnformeerd, op welk punt kan hij zich welk oordeel vormen? Er gebeurt bijna niets, maar de lezer komt veel te weten.

De cadans van zinnen die zonder punt of komma in eigen grammatica voortrazen, is

[pagina 73]
[p. 73]

wat mij betreft een kunstwerk op zich, in dit Nederlands van Joop van Helmond. Hobbs gebruikte dagboeken van zijn betbetovergrootvader. Ik vind het een vondst om zinnen van die soort te eren in een roman.

‘Ik heb het gevoel dat ik het hele jaar heb verslapen en niet ben ontwaakt uit de illusies van mijn ziel’, schrijft Charles op genoemde oudejaarsavond, terwijl de klokken luiden ter afsluiting van een dienst die hij niet heeft bijgewoond. ‘Wat zal ik dus doen. [...] Welke vrijheid bezit ik?’ Hij wil wel verhuizen, maar niet wegtrekken. Hij zal het bij zijn familie zoeken en ook bij vrienden, neemt hij zich voor. De klokken luiden een jaar uit en een jaar in en Charles schrijft - hij wordt filosofisch: ‘En toch heb ik me in het verleden vrij gevoeld waarom nu dan niet. [...] We moeten een keuze hebben. In mijn leven zie ik hem niet maar zo moet het zijn. Hoe zullen we anders worden gered?’

Het is een slotalinea die niet uitsluitend ironisch kan worden gelezen. Een enkel decennium geleden had iedereen dat gepoogd: een keuze, nee, natuurlijk niet, die is er niet; Charles schrijft zich prachtig vast. Maar is dat zo?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken