Johan Snel
In Praise of Limestone
Tien jaar, van 1948 tot 1957, bracht Auden zijn zomers door in Italië, op het eiland Ischia, in de Baai van Napels. ‘In Praise of Limestone’ is het eerste gedicht dat hij er schreef. Het vertelt wat zijn nieuwe leefomgeving voor hem betekent. De plaatselijke bodemsoort (kalksteen, mergel) roept bij Auden associaties op met het landschap van zijn jeugd, de Engelse Pennines, dat in veel van zijn gedichten een rol speelt. In het hoofdwerk van zijn tien Italiaanse jaren, de cyclus Horae Canonicae (in vertaling verschenen in Liter 45) wordt het Italiaanse landschap voortdurend gevuld met Engelse jeugdherinneringen.
Ook in dit gedicht spelen die herinneringen mee, maar het beschreven land is toch uitsluitend Italië, de beschreven bewoners zijn Italianen. Het gaat vooral om de omgeving van Napels, maar er zijn ook referenties aan Florence, waar Auden begin mei 1948 arriveert en waar al delen van het gedicht ontstaan. De genoemde marmeren beelden en de colonnade, bijvoorbeeld, zullen wel verwijzen naar Florence en het Uffizi.
Geïnspireerd door de Italiaanse reizen van Goethe en vooral diens ‘Römische Elegien’ slaat Auden stilistisch nieuwe wegen in. Er zijn drie ongelijke coupletten en er is geen rijm of metrum, alleen een rustige cadans. Anders dan in zijn oeuvre tot dusver is de toon ontspannen, parlando, en ook de losse vorm wijkt sterk af van alles ervoor.
Het gedicht bestaat vooral uit één lange reeks variaties op wat het samenspel van water en zachte steen kan opleveren - ook de twee keer terugkerende fonteinen en marmeren beelden zijn bij nader inzien varianten daarop. (En als zodanig verontrustten ze de Amerikaanse modernistische dichter Wallace Stevens, die een antimythologisch realisme voorstond, maar in Italië op zijn grenzen stuit. Er zijn aanwijzingen dat Stevens (1879-1955) Audens practical joke, verschenen in de bundel Nones van 1951, nog heeft gelezen en begrepen.)
Natuurlijk heeft het beschreven landschap een paar extra betekenislagen. Om te beginnen staat het voor al het menselijke, inclusief de menselijke geest, maar toch vooral voor het lichamelijke. ‘In Praise of Limestone’ is primair een allegorie op het lichaam, inclusief de eros. Daarom is het landschap vooral vrouwelijk gedacht en kan het ‘als Moeder’ zijn en de setting vormen voor de scène van de madonna-met-zoon in de eerste strofe.