Liter. Jaargang 10

[p. 37]

René van Loenen
Gedichten

Felenne

Mooie dagen gehad in de Ardennen.
Een godverlaten dorp. Niets te beleven.
Toen gebeurde er iets, op de tweede dag.
We zagen het licht achter de huizen
grijs worden. Daarna begon het sneeuwen
en doken jagers op, overal
waar wij niet mochten komen.

Op zaterdag gingen de deuren eindelijk
open. Het hele dorp liep uit met bloemen
en kransen en linten. Uit chaos
formeerde zich een stoet, die opwaarts
ging, niet naar het bos.

[p. 38]

Loopgraven

De auto doet zich redeloos tegoed
aan kilometers asfalt langs de heuvels
van dit met bloed versneden land.
Slagvelden verplaatsen zich met ons.
Doden zijn namen die steeds achter-
blijven.

Op rommelmarkten vind je wel eens
foto's in mahoniehouten lijsten.
Ogen die je eerst nietszeggend aan-
staren, krijgen na verloop van tijd
een vertrouwde, smekende blik.
Maar het is onbegonnen werk.