Hillesum
Sinds de jaren tachtig heeft Anne Frank gezelschap gekregen van Etty Hillesum. Terwijl de dagboeken van Anne geschreven werden door een tienermeisje, was Etty tijdens de oorlogsjaren achterin de twintig. Het karakter van beide verzamelingen dagboeken verschilt dan ook aanzienlijk. Terwijl beide jonge joodse vrouwen droomden van een toekomst als schrijfster, contrasteert Annes relaas van de dagelijkse zaken fel met de diepe filosofische en hier en daar zelfs mystieke teksten van Hillesum. Het is precies ook daarom dat Hillesums dagboeken veel aandacht hebben getrokken, niet in de laatste plaats van theologen en filosofen. Haar godsbesef, vrouwelijke spiritualiteit en verwerking van het probleem van het kwaad hebben velen geïnspireerd.
In een overzichtelijk boekje geeft Hillesum-kenner Ria van den Brandt een heldere introductie tot het denken van deze bijzondere vrouw (Denken met Etty Hillesum, Meinema, Zoetermeer 2006, 159 pag., €14,90). Daartoe zijn twaalf centrale thema's benoemd - waaronder chaos, discipline, verzet, God, lichaam en liefde -, waarbij een nauwkeurige exegese wordt gegeven van passages uit Hillesums dagboeken en brieven. Tegelijkertijd zijn die zo geordend dat ook de chronologie van Hillesums leven erin past. Zo valt de psychologische ontwikkeling te volgen van een jonge vrouw uit een chaotisch gezin, die onder invloed van de psychochiroloog Julius Spier haar eigen innerlijk op orde probeert te krijgen. Via hem leert ze ook de naam ‘God’ te spellen, ‘ons grootste en onafgebrokenste avontuur’. God is daarbij overigens geen tegenover voor haar, maar iets binnen in haarzelf.
Literair ontwikkelt Hillesum zich in de loop van het schrijfproces aanmerkelijk. Doen de vroegste fragmenten niet altijd even afgewogen aan en zijn ze stilistisch onder de maat, later wordt haar proza niet alleen ingetogener, maar ook doeltreffender. Ze hanteert sterke beelden en weet woorden te vinden voor diepe gevoelens. In dit verband is het een goede keuze dat Van den Brandt ook een aantal fragmenten uit Hillesums brieven uit Westerbork heeft opgenomen. Dat zijn zowel indrukwekkende getuigenissen van het kampleven als literair volgroeide epistels: ‘Wanneer wij uit de kampementen, waar ter wereld dan ook, alleen onze lichamen zullen redden en niets meer dan dat, dan zal dat te weinig zijn. Het gaat er toch immers niet om, dat men ten koste van alles dit leven behoudt, maar hóe men het behoudt.’
Deze sterk ethische insteek typeert Hillesums denken. Zij blijft het ideaal van humaniteit en godsgeloof zoeken, zelfs in haar vervolgers. Haar variant van verzet is dan ook vooral gelegen in het bewaren van haar menselijkheid door zich niet over te geven aan woede.