Alexander
Wij voeren deze oorlog niet om territorium,
maar om een werkelijkheid zo onbegrensd
dat er geen vijand meer zal zijn. Wij brengen vrijheid [...]
Het nieuwe toneelstuk van Willem Jan Otten, Alexander (te zien van 15 september tot 9 december 2006 in de regie van Ira Judkovskaja, www.hettoneelspeelt.nl, 020 626 95 50) gaat over de rechtvaardige oorlog die zich onvermijdelijk tegen zichzelf keert. Maar dit stuk verbeeldt ook jaloezie en begeerte en hoe die samenhangen met het verlangen om precies zoals de ander te willen zijn, om eigenlijk die ander te willen worden - de ander die juist op dat punt de vijand is. En bovendien verheldert het de duivelse systematiek waarmee toegeven aan begeerte geweld inluidt. (Denker René Girard is nooit ver weg in Alexander.)
Alexander de Grote versloeg in de vierde eeuw voor Christus de Perzen en bracht de Griekse beschaving over de ‘hele’ wereld. Alexander maakte er een punt van om de Perzische cultuur te annexeren in plaats van die te onderdrukken. Aan zijn hof werden Perzische gewoonten aangenomen, hij behandelde de overwonnen Perzen tot hun en der Grieken verbijstering principieel als gelijken en huwde een inheemse prinses. In Ottens stuk, dat in de Nederlandse literatuur naast Couperus' roman Iskander te plaatsen valt, zien we Alexander in confrontatie met zowel de vrouw, de minnares als de moeder van de verslagen koning Darius. Hij doodt ze niet, hij neemt hen op zijn hofhouding. Is dat grootmoedigheid, vileine overmacht, trotse jaloezie? In ieder geval gaat de grote Alexander ten onder aan kwade vermoedens en angst. Hij verraadt zijn naasten.
Dit is het eerste stuk van Otten dat in poëzie geschreven is, dit wil zeggen in regels met meer of minder regelmatige vijfvoetige jamben. Hiermee schaart hij zich in een klassieke traditie. Recent heeft in Nederland ook Benno Barnard deze techniek toegepast. Het is een manier om grote thema's als vanzelf aan de orde te laten komen. In poëzie klinken ze niet zo gauw zo groot.
Van Willem Jan Otten zijn dit jaar alle eerdere toneelstukken gebundeld (Een sneeuw en meer toneel, Van Oorschot, Amsterdam 2006, 424 blz., €29,00). In inleidingen per stuk weegt hij ze opnieuw: hoe hij liefst via verhalen de wereld begrijpt, hoe het gespeelde ‘echter dan echt’ kan zijn, hoe het niet alleen voor maar ook op het toneel draait om degene die luistert. Wat gebeurt er als de luisterende iets te verzwijgen heeft, zoals in de Couperusbewerking Oude mensen? En wat indien er alsnog wordt gebiecht, zoals in Braambos?
In Alexander wordt meer dan ooit gepraat en hardop gedacht. In een interview liet