Mulisch en Dedalus
Een internationaal samenwerkingsverband van voornamelijk kleine uitgevers brengt de serie ‘The Myths’ op de markt: aan een door de initiatiefnemers en hun uitgeefpartners te selecteren gezelschap van schrijvers wordt de vraag voorgelegd een klassieke mythe nieuw leven in te blazen. Margaret Atwood (Penelope. De mythe van de vrouw van Odysseus), Jeanette Winterson (Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles) en David Grossman (Simson) hebben al een bijdrage geleverd, en nu is Harry Mulisch gevraagd. Het idee is dat schrijvers die een boek voor de serie schrijven ook door alle betrokken uitgeverijen in de diverse landen worden uitgegeven. De reeks start met een inleidend boek van Karen Armstrong: Mythen. Een beknopte geschiedenis.
Het wachten is dus op de mythe van Mulisch: de bedoeling is dat de boeken in een tempo van twee per jaar gaan verschijnen, en een haastig schrijver is Mulisch niet, dus minstens één en waarschijnlijk twee jaar geduld zullen we nog wel moeten opbrengen. De bijdragen van Atwood en anderen zijn al wel in het Nederlands vertaald en worden door De Bezige Bij te Amsterdam uitgegeven (prijs ca. €14,90), misschien niet geheel toevallig ook al jaren de uitgever van Harry Mulisch. Het is voor de liefhebbers te hopen dat Mulisch zich, welke mythe het ook wordt, aan zijn eigen scherpe criterium houdt, geformuleerd in Voer voor psychologen: ‘Werkelijkheid: boeken, die voor stervenden geen tijdverspilling zijn.’
In nrc Handelsblad van 21 oktober 2005 werd zijn eerste reactie opgetekend, vlak na de bekendmaking. Zijn eerste ingeving was, aldus de schrijver, een boek aan Dedalus te wagen: ‘Maar ik moet er nog over nadenken, begrijp je?’ De Bijbel was voor Harry Mulisch geen optie: ‘Ik zie de bijbel niet als een mythe. Misschien kies ik wel een islamitische, Germaanse of Azteekse mythe.’
In 1954, een halve eeuw geleden dus, schreef een jonge Mulisch Op weg naar de Mythe. Hij begint met uit te leggen dat de mythe in twee stappen ontstaat. Eerst is er het woord, bijvoorbeeld ‘zon’, dat het hele complex aan beelden, ervaringen en gevoelens moet vertolken dat de warme, lichte, goede zon bij de gebruikers van de taal oproept. En daarna wordt dit almaar