Het is met vertedering, bewondering en waardering dat ik dit allemaal overschrijf. Want laten wij eerlijk zijn: de Naardense Bijbel is als vertaling een groots, indrukwekkend werk. Zelfs bij een eerste, oppervlakkig lezen ontdek je: hier gaat het om vakmanschap, kennis, inzicht, toewijding. Het is een vertaling voor gevorderden, voor de fijnproever, goed bruikbaar in een liturgische dienst, handig om naast je te hebben bij het voorbereiden van een preek. Voor de vertaler, Pieter Oussoren, heb ik grote bewondering.
Recht te laten geschieden aan deze vertaling in een artikel als dit is echt niet te doen. Dus wil ik wat de Naardense Bijbel betreft volstaan met de jubeling van broeder 't Hart: ‘weinig minder dan een openbaring’!
Zoals de lezer al heeft kunnen aanvoelen: de voorkeur van de uwe gaat uit naar een ‘gewone’, onopgesmukte, zo-natuurlijk-mogelijke bijbelvertaling. Een bescheiden, onbaatzuchtige vertaling die - net als een schone, onbeschadigde ruit - geen aandacht voor zichzelf opeist, maar alleen zicht wil bieden op de inhoud, de záák.
Het evangelie is, geloof ik, voor het alledaagse leven, en voor alledaagse mensen. Dat betekent echter niet dat ik geen liefde en waardering heb voor wat belegener en wat ‘zwaardere’ vertalingen. Integendeel! Zeker niet wanneer het gaat om de poëtische gedeelten van de bijbel. Iedere vertaling heeft z'n charmes en zijn tekorten. Zoals we volgens Efeziërs 3 alle medegelovigen in de wereld nodig hebben om de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van Christus' liefde te begrijpen, zo hebben we de grondteksten en alle vertalingen in de wereld nodig om de rijkdom van het Woord ten volle aan het licht te brengen.
De Nieuwe Bijbelvertaling is een nederige, bescheiden vertaling. Ze wil hoofdzakelijk als doorgeefluik functioneren. De inhoud aan het licht brengen. In gewoon, alledaags Nederlands. Dat is voor mij het meest opvallende van deze vertaling: de tekst is zo gewoon, zo onopvallend.
Toegegeven, er zijn wat reacties geweest op ‘voederbak’ in plaats van de traditionele kribbe; bedenkelijk is het vervangen van ‘kinderkens’ in Lucas 10:21 door ‘eenvoudige mensen’; en het weglaten van de passage ‘ik zal opstaan’ uit de gelijkenis van de verloren zoon wordt waarschijnlijk door haast iedere prediker als bijna onvergeeflijk beschouwd. Toch is het een vertaling die z'n best doet om geen aanstoot te geven of aandacht te trekken.
Het is hoofdzakelijk aan deze soberheid te danken dat de Nieuwe Bijbelvertaling prettig en vlot leest, maar dan toch weer zonder al te populair of al te parafraserend te worden, zoals af en toe bij vertalingen als de Groot Nieuws Bijbel en Het Boek het geval is. De kracht kan ook een zwakte, een tekort worden. Vlotheid wordt al snel oppervlakkigheid. Hoe groter de hang is naar gewoon, eigentijds