George Harinck
Ansichtkaart uit Princeton
Princeton, nj, 4 april 2005
Beste Hans,
Hier alles wel; Brideshead Revisited-ambiance, terras in zacht lenteweer (zie het kruisje z.o.z.: daar zit ik). Terwijl mijn Kamper collega's - vogelaars - de zeldzame killdeerplevier in de kop van Overijssel spotten, herlees ik jouw brief in Liter. Of brief: het is bijna een brochure, en ik moet antwoorden op een ansichtkaart! Kort dus een reactie op je drie punten.
1. Je eigenheid ligt niet in je visie op christelijke literatuur, maar in het feit dat je de Nederlandse literatuur verdedigde in een lezerskring die dacht dat de schoonheid zich overeenkomstig art. 27-29 ngb exclusief bij de ware kerk had gevoegd. Je was opvoeder, bezig met overdracht, een kunde die in onze cultuur helaas teloor is gegaan.
2. Als jij meent dat vrouwen anno 1965 in gereformeerde kring passief waren, dan ken jij Aya Schilder-van Houwelingen Rijkhoek uit jouw gereformeerde Kampen niet. Vrouwen zijn sterk, vrouwen zijn actief (ik bekeek vandaag nog aandachtig de ets De zondeval (1638) van Rembrandt, met Eva centraal). De vrouwenemancipatie was nodig omdat vrouwen in het publieke domein ontrecht waren - dat schrijnde zo, omdat ze van huis uit wisten wat mannen voorstelden. En jij schreef van huis uit. Ik vind de christelijke vrouwen nu passiever dan in 1965. Ik steun ze door bij kerkenraadsverkiezingen niet op een man te stemmen, maar in de orthodox-christelijke kerken van nu lijken ze helaas vaak op die in jouw roman.
3. Als ik opmerk dat jij niet met een verscheurd hart schreef, bedoel ik natuurlijk niet dat ik als alwetende lezer zou weten in welke stemming jij je boek hebt geschreven. Maar ik zoek wel het leven in de literatuur, ook al blijven de schrijver en zijn werk twee.
Ik zit nu bijvoorbeeld in een saaie Amersfoortse schemer en het is koud na de eerste prachtige dagen van april (cruel, zou T.S. Eliot zeggen), maar dat doet er niet toe: voor wie het geloven wil komt dit kaartje uit een zonnig en bekakt universiteitsstadje. En ik geloofde je niet. Heb je Sherwood Anderson al gelezen?
Tot gauw,
George