Liter. Jaargang 8(2005)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Juliën Holtrigter Gedichten Een spoor van inkt Blind danst de hand, een spoor van taal achterlatend, waarheen hij wil, langs duistere wegen naar onbestaanbare plaatsen. Ik leg het blad voor mij neer. De zaal, afgelegen en leeg, ruikt naar regen. De stilte verzet zich. Ik stoor. Ik test mijn stem en wacht op het teken. Ik lees hardop voor wat de hand heeft geschreven. En om mij heen is de Hoorder. [pagina 55] [p. 55] Een komisch nummer Dwars door de nieuwbouw zoek ik mijn weg, fiets onder lekkende wolken langs haltes, stoplichten, hangplekken, hekken, daar waar geen oorlog is, honger of dorst, alleen maar veel auto's en kale herhaling. Supermarkt. Vrouw met de daklozenkrant kijkt weer eens dwars door mij heen. Ik heb al teveel te lezen, verzend ik. Zij weet wel beter. Mensen zijn feilloos (als mensen), gevoeliger instrumenten zijn niet te krijgen. Durf er dichtbij, ga het gevecht aan met adem en vacht, met geuren en vage gedachten. Laat ieder zijn opdracht vervullen: dat leven te lijden dat in dit universum nog niet was geleefd, een zeker cijfer te zijn, een komisch nummer, een lang en krankzinnig getal met veel nullen. Laat ieder vooral zijn opdracht vervullen: het wiel heruitvinden, het stokje doorgeven in liefde bloeien, raadselen baren en leven. Juliën Holtrigter (1946) is docent levensbeschouwing en beeldend kunstenaar. Poëzie: Omwegen (2001), Het verlangen te verdwalen (2004). Vorige Volgende