Liter. Jaargang 8(2005)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Lloyd Haft Beluisteringen 3 Naar Matteüs 16:13-19; Johannes 2:14-21 Wie zullen wij zeggen dat wie wij worden is? een getuige alleen? een wedergeborene alleen die het leven herleeft van een dode? Zijn vlees en bloed te overtuigen - dat zij verlangden zijn? Wie dit erkennen staan al in de tempel. Maar wie ziet, na alle jaren sinds eerst die tempel rees, het lichaam nog herrijzen dat als runderen, als vee zich liet verhandelen? [pagina 41] [p. 41] Naar Marcus 10:32-34 Op weg naar de stad van de vrede loopt het mensenkind tussen nalopers, nalevers, nalezers van nalevers. Zij kunnen zijn opwekking hebben noch harden: hebben het kind liefst dood. [pagina 42] [p. 42] Naar Matteüs 21:23-27 Altijd wil de nalever weten: uit wie, met welk recht komt wie wij worden? (Ieder antwoord is een nieuwe vraag.) Toen de voorlopers al tussen de golven staande voorspelden dat er nóg een kind kon komen - kwam die hoop ten hemel of op aarde aan? Toch de stroom gebleven, toch de hoop. [pagina 43] [p. 43] Naar Matteüs 23:37-39 Niet overvleugeld door een vaste vrede komt wie wij worden, maar in wordens naam. Waar tussen de lege muren klinkt als nieuw de naam, naam van de verlangde. [pagina 44] [p. 44] Naar Lucas 17:23; Matteüs 24:26; Lucas 17:24 Niet hier, niet daar, niet achter in de woestijn, vóór in de kamer. Nergens is het licht behalve komende, behalve in het eeuwig komen van het mensenkind. Lloyd Haft (1946) is geboren Amerikaan, Nederlander van keuze, sinoloog in ruste. Zijn achtste bundel, De psalmen in de bewerking van Lloyd Haft (2003), werd bekroond met de Ida Gerhardtprijs. Vorige Volgende