Liter. Jaargang 7(2004)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Jaap Zijlstra Gedichten Vlucht Wilhelm Röntgen stond vannacht voor de klas, ik was de enige leerling. Hij trok mij uit de kast en schoof mij achter het bord. Krijtwit kwam ik in beeld, om mij heen een keerkring. Brengen wij nu aan het licht, sprak hij, wat schuilgaat in je borst. Door de halfopen deur vluchtte ik naar buiten. De zon scheen door mij heen en schreef mij in de ruiten. [pagina 4] [p. 4] Vluchtig De ochtend is van mij en ook de avond, ik lig al vroeg te kijken hoe je sluimert, ik lig nog laat te luisteren hoe je ademt, de wimper op je wang een fijne waaier. Of regen neerslaat, storm door grassen rent, ik lig in mijn gedicht als in een tent te kijken hoe je naast me bent en slaapt, een oorschelp in de golven van je haar. Geduldig wacht ik op wat komen gaat, een trilling langs je dromende gelaat, het prevelt als verzonken in gebed en soms, nauwelijks zichtbaar, glimlacht het. [pagina 5] [p. 5] Geschenk Ik was klaarwakker in mijn droom, schreef een niet te keren gedicht, het schreef zichzelf, een heldere stroom, mijn pen gleed als een veer zo licht. Ik schreef het in een blinde drift en toen het uitgeschreven was, verliet het mij, het lopend schrift verliep tot zilvergrijze as. Verward sta ik aan het vensterglas, de straat ligt door de maan beschenen, het schaduwt er van boomgewas en fijnvertakt over de stenen, omsloten door het windstil licht, schrijft zich opnieuw het nachtgedicht. Jaap Zijlstra (1933) publiceerde romans en tal van dichtbundels, waaronder Nachtval (2000), de bloemlezing Olijftak (2002) en Dwaaltuin (2003). Hij schreef kerkliederen en gebedsteksten en werkt als predikant te Amsterdam. Vorige Volgende