Liter. Jaargang 6(2003)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Mowaffk Al-Sawad Gedichten * Terwijl ik sliep kwamen tussen mijn vingers de namen tevoorschijn. Mijn benen hingen neer van de witte plafonds. Ik was het hoofd van de droom aan het kammen en ik kleefde aan de lakens ervan. Ik zag mezelf, aan het stuur van wagens vol vrouwen, richting het bos dat vol zat met sprookjes en mijn benen hingen neer van de witte plafonds. Ik was verbaasd en bekeek nauwkeurig het lichaam van de stad terwijl ze afgleed van de ene naaktheid naar de andere. Ik klopte op de poorten, nam haar maagdelijkheid, groef in stegen op zoek naar zwarte letters en de man die plotseling de bewijzen had verloren. Hoewel mijn benen nog steeds neerhingen van de witte plafonds ging ik door met de droom van de afgelopen nacht. [pagina 77] [p. 77] Ik zag de dingen maar de dingen zagen mij niet. Ik zag de sterren die zich onder mijn voeten verspreidden en stond in brand. Ik stond in brand om mijn gedicht te verlichten. Ik maakte het witte tot het volmaakte witte. Ik verborg mijn gedichten onder een oude muur uit angst om opgevreten te worden door de herfst. Ik zag mijn voeten neerdalen, langzaam, langzaam, van de witte plafonds. In mijn hand hield ik een appel, misschien genoeg om mij wakker te schudden. [pagina 78] [p. 78] Spiegel voor ewald Ewald, waar ben je? Ik hoor je voetstap. Ik hoor je muziek. Je komt onze kamer zachtjes binnen en geeft aan onze vensters vleugels van zilver, vliegt hoog weg. Ewald waar ben je? Strek je hand uit. Pak het glas van deze dromer. Neem een sigaret en teken met de rook ervan: koninkrijken, steden, witte paden. Je zult hen zien terwijl ze de vlinders slachten op de trottoirs. Strek je hand uit en geef mij je wijsheid en pak met je andere hand het stof van de sterren. Het is een prachtige mis, mijn vriend, Neem wat je wilt, neem alles. Neem een andere taal. Je prinses, de prinses die standbeelden maakt zal haar glas meedrinken en blij zijn met je komst. [pagina 79] [p. 79] Een middag wit als melk Zonder reden maak ik steeds mijn herinneringen schoon, ga ik naakt naar buiten, begin ik te draaien. Dan val ik op een middag wit als melk. Schreeuw ik naar onze moeder aarde: ‘Dit is jouw ongeboren kind, de dagen hebben het teleurgesteld’, maar niemand kan mij horen. Ik steek mijn hand in de zak van de verbazing, val in een verlaten put. Ik zie vrouwen, ze hebben hun ogen laten liggen naast de bron. Om mij heen wemelen kinderen. Ze hebben mijn gesproken woorden verscheurd, verstrooien mijn adamsappel. In de ochtend klim ik weer op. Ik zie mijn gedichten ontkiemen boven de tafel en onder de stoel. Dan keer ik terug en herhaal mezelf in koude herinneringen. Uit: Mowaffk Al-Sawad, Een middag wit als melk. Leeuwarden 2002. Vorige Volgende