Ook deze sporen worden gewist en wel door ‘de voetstap van de tijd.’ Die voetstap maakt de sporen concreet: iedere lezer moet nu wel denken aan het beeld van voetstappen in het zand of in de sneeuw of waar dan ook. Voetsporen in het strand kunnen gewist worden doordat het water er overheen spoelt, de vos Reynaart wiste zijn voetsporen door zijn staart als een soort bezem te gebruiken, maar in deze regel gebeurt iets opmerkelijks: sporen worden gewist, doordat ze gevolgd worden, doordat er een andere voetstap in gedrukt wordt, zodat het oorspronkelijke spoor onherkenbaar is.
Dat is mooi gevonden. De tijd volgt het spoor van iemand die al ‘buiten de tijd’ is en wist zo de herinnering aan iemand. Tegelijkertijd staat er natuurlijk prozaïsch dat vergeten worden een kwestie van tijd is, net zoals ontbinden dat is.
‘Vergeten alle woorden die ik zaaide’. Woorden zijn sporen die lang zichtbaar blijven. Na zoveel honderd jaar kennen we bijvoorbeeld nog steeds de woorden van het Egidiuslied, terwijl de maker er al lang niet meer is. Maar in ‘Ontbinding’ worden ook de woorden vergeten.
De woorden werden gezaaid, wat me meteen doet denken aan de gelijkenis van de zaaier en aan het woord dat vrucht draagt. Het zaaien is een mooi beeld, omdat het de gedachte oproept aan de aarde uit regel 1, maar hier is die gedachte hoopvol. Zaad rust ook in de aarde, vergaat zelfs, maar het brengt ook iets voort.
Wel is het jammer dat er niets meer gedaan wordt met het beeld van het zaaien. In het hele gedicht komt het niet meer terug, zodat je het idee hebt dat er net zo goed had kunnen staan: ‘de woorden die ik schreef’ of ‘de woorden die zei’. Natuurlijk is ‘zaaide’ beter, omdat het een belofte inhoudt: er komt (wellicht) vrucht en oogst, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het beeld bepaald niet uitgebuit is. Dat ligt aan het woord ‘vergeten’, dat niets met het zaaien te maken heeft.
‘De zinnen die verwaaid zijn in de mist.’ Een mooie nuancering: in regel 3 gaat het over woorden, die ook losse woorden zouden kunnen zijn, als losse graankorrels, in regel 4 gaat het over zinnen, over woorden in een zinsverband, woorden met betekenis. De zinnen verwaaien, gaan op in mist, zodat ze niet meer herkenbaar zijn. Ik ben geen meteoroloog, maar ik heb het idee dat mist meestal niet gepaard gaat met wind en dat hier dus gekozen had moeten worden voor verwaaien of opgaan in mist en niet voor beide.
In regel 1 en 2 wordt verteld dat het verdwijnen, het ontbinden, nog aan de gang is. In regel 3 en 4 blijkt dat al voltooid te zijn. Dat lijkt me niet helemaal consequent. In ieder geval wordt in strofe 1 het verdwijnen beschreven: het lichaam ontbindt,