De Magus vertelt immers dat het ‘al lang geleden’ was, allemaal, en dat hij het nog een keer zou doen, ondanks de ontberingen, en dan komen de geloofsparadoxen, die zonder ervaring van ommekeer niets betekenen, - het inzicht dat de dood een geboorte is, maar dat de geboorte van God ogenblikkelijk de sterfelijkheid van de Mensgewordene impliceert. Het is duidelijk dat deze inzichten zijn geloof zijn geworden, en dat het moeilijke inzichten zijn, ze waren ‘een bitter en een hard gelag voor ons’, ‘hard and bitter agony’, zelfs al hielden ze in dat het geloof in de dood als het einde van alles onhoudbaar was geworden. Maar juist dat wat het nieuwe inzicht de Magus geeft - een geboorte in het geloof - is daarom zo pijnlijk, omdat het hem de mogelijkheid ontneemt om te geloven in een God die buiten alle lijden staat. In een pijnloze oplossing.
Welbeschouwd is ‘satisfactory’, geplakt op het besef dat de God die je zoekt moet lijden, bijna een blasfemie. Het is een onthutsend predikaat, van iemand die verbaal (en ongetwijfeld ook mentaal) totaal niet berekend is op de waarheid die hij moet benoemen. En het is een superbe ironie dat Eliot, de benoemer bij uitstek, zijn eerste personage van na zijn bekering iemand laat zijn die zijn woorden zo effen, schraal en bijna materialistisch kiest.
Niemand, zo lijkt hij te zeggen, is berekend op de openbaring van de goddelijke waarheid, dat is nu juist de crux. Als je dat wat de Geboorte voor je betekent zelf had kunnen bedenken, dan zou je er woorden voor hebben. Veel bevredigender woorden dan ‘satisfactory’.
Dit zijn, voor een dichter, zelfvernederende woorden, die een ascese aankondigen; dit is het poëtisch equivalent van op de knieën gaan.
Eenmaal thuisgekomen, vertelt de Magus, voelt niemand die zich door dit onbegrijpelijk onaanzienlijk schouwspel heeft laten raken, zich nog echt thuis. Van welk voorgaand verbond (‘dispensation’) je ook bent, - het is nu alsof je soortgenoten zich ‘aan hun goden vastklampen’.
Hiermee is, met terugwerkende kracht, het woord ‘satisfactory’ nog eens van kleur verschoten. Het was bevredigend - voor de Magus, na zijn winterse reis. Niets anders zal nog bevredigend kunnen zijn. Deze Geboorte was een genoegdoening, we moeten het ermee doen.
Eens was hij op weg gegaan. De dichter vertelt niet waarom. De ster die in het Evangelie de Wijzen lokt laat hij weg, en hij zegt niets over wat ze hoopten aan te treffen. Een Godsbewijs, een blijk van eeuwig leven, een oplossing? Waarom zou je anders zo midden in je winterse leven op weg gaan? Ze kregen een geboren sterfgeval. Het einde en het lijden van deze pasgeborene wordt voorafgeschaduwd door de drie bomen, de drie dobbelende mannen, de zilverlingen, de lege wijnzakken.
Het komt erop neer dat ze vonden wat ze thuis ook hadden kunnen aantreffen.