Dan nadert het gedicht zijn climax. Boven hun tobbende koppen is het zwerk leeg. Zien ze natuurlijk niet: ze duwen diep voorovergebogen verder tegen de leegte. Zou Jezus naast hen lopen en beginnen de Schriften uit te leggen, dan zagen ze het ook niet.
Maar wat hadden ze kunnen zien! In het visioen van Rosen: engelen. In eindeloze rijen. Staand, duwend en zwetend. Geen spoor van hemelse rust. Zenuwen. En dan een merkwaardig slot: ‘Jacht op de laatste / restjes. Hamsterwoede voor de dag van morgen.’
Ik heb lang zitten tobben met dit stukje. Dat het prachtige poëzie is, zal duidelijk zijn. Maar is het méér? Laat het zich voegen in de samenhang die het gedicht vertoont? Blijft het net zo dicht bij de bijbelse overlevering als de rest van het gedicht?
Een recht antwoord: ik weet het niet. Je kunt veel kanten uit met deze zinnen. Hamsterwoede is een gek woord. Hamsteren is verzamelen voor een naderende schaarste. Maar wat zouden engelen moeten hamsteren? En zweten engelen? Als engelen in de rij staan, duwen ze dan? Een raadselachtig slot.
Maar ik wil een schot wagen.
Om te beginnen moeten we terug naar de eerste strofe. Waar speelt deze zich af? Is u die gekke zin opgevallen: ‘Niets groots / mag erin.’ Waarin dan wel?
Ik denk in de aarde. De planeet Aarde heeft haar Verlosser gekruisigd en God zet de zaak op scherp. Mens, waar ben je?
Dat is het perspectief: strofe één speelt in de hemel. Strofe twee en drie zijn geen probleem (aarde), strofe vier ook niet (hemel). Het ligt dus voor de hand om op zoek te gaan naar verbindingen tussen de eerste en de laatste strofe.
En kijk nu: hier vinden we een schitterend chiasme. Zet de eerste zin van de eerste strofe eens recht onder de laatste zin van de laatste strofe: ‘Vandaag is alles klein. Niets groots’ staat te spiegelen in ‘restjes: hamsterwoede voor de dag van morgen.’ Nu worden er een aantal dingen duidelijk. Allereerst hoe hecht dit gedicht gecomponeerd is: van vandaag naar morgen. Via gisteren, want gisteren, Golgotha, dat is alles waar die zonderlingen aan kunnen denken. Die zonderlingen leven in het verleden. Maar ze worden omringd door een heden en een toekomst die hen vooralsnog ontgaat. Ze kunnen de zaken niet in hun verband zien. Ze zien alleen een kruis.
Maar de dichter, geraffineerd, brengt juist een kruisverband aan. Het synoniem voor chiasme is kruisstelling. Het kruis van gisteren brengt vandaag en morgen met elkaar in verband, lijken we te mogen lezen.
Nu het andere deel van de kruisstelling: klein. ‘Niets groots’ staat tegenover ‘restjes. Hamsterwoede’. Ook bij de engelen is kennelijk alles klein. Inderdaad: een engel bij L.F. Rosen verschilt niet zoveel van een mens. Het is immers ook een schepsel Gods? Zweten dus, duwen en trekken, zenuwachtig zijn. Hamsteren: klei-