Kritieken
Vergeef God
De tekening op de voorkant van Fredy Neptune van Les Murray lijkt zo weggelopen uit een strip van Superman of de Hulk. Een krachtpatser licht met de blote armen een zeeschip uit de haven omhoog. Het dak van de kajuit raakt bijna een havenkraan. Geen twijfel: bij het contact zal niet de man bezwijken onder de tegendruk, maar de kraan onder de ontketende kracht van de man.
Fredy Neptune is een ‘roman in verzen’, meldt het omslag. Het is een boek zoals er niet veel verschijnen, een verhaal dat naar vorm en naar inhoud nogal ambitieus is. Het wil niets minder dan de twintigste eeuw wegen, met als hamvraag of geloven en bidden na zo'n eeuw nog mogelijk is. En dat in een vorm die alle vormen overstijgt. Want de romantekst bestaat uit dichtregels, het geheel is opgebouwd in vijf bedrijven als een klassiek toneelstuk en de romanfiguren worden soms beschreven in een taal die eigenlijk alleen kan in strips. ‘Wooargh! Wham! Beng! Ier-rier-rier. Harrgh!’
De roman is in de Nederlandse pers nauwelijks opgemerkt (welgeteld twee recensies), terwijl De slabonenpreek, een keuze uit Murrays poëzie (1997) alweer een tijdje uitverkocht is, ongetwijfeld onder impuls van het promotiewerk van Willem Jan Otten, die Murray hogelijk waardeert als dichter, en ongetwijfeld ook herkent als katholiek.
Murray sleurt zijn lezers mee in het leven van de jonge Australische zeeman Friedrich Boettcher, een zoon van Duitse immigranten. De twintigste eeuw zit nog in knop, en niemand vermoedt hoe rood de bloem is die tevoorschijn zal komen. Friedrich belandt in de haven van New York, en neemt onbekommerd dienst op een Duits schip dat naar Europa zal varen. Tijdens de tocht echter breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Het schip van Boettcher zit op de Middellandse Zee en Boettcher stapt min of meer gedwongen over op een Duitse slagkruiser. Ineens is hij een Duitse soldaat, zo terloops. Het schip vaart via de Zwarte Zee naar Trabzon, in Noord-Oost Turkije.
Daar ziet hij de bondgenoten van de Duitsers, de Turken. Die zijn in die jaren bezig aan een volkerenmoord in het oosten van het Turkse rijk, waar honderdduizenden Armeniërs (Trabzon was tot die tijd een Armeense stad), Koerden en Suryoye het slachtoffer van worden. Murray getuigt overal in dit boek van veel kennis. Hij weet exact waar hij over schrijft, tot in de kleinste details. Die komen heel terloops aan bod, zoals de leren deuren in de moskee en het trouwen van een vrouw met stemrecht in Wyoming. Daar zit een gedegen literatuurstudie achter, die toch volstrekt geloofwaardig blijft vanuit het perspectief van een gewone, ruwe zeeman.
De taal hoort daarbij. Naar verluidt hebben twee vertalers de opdracht teruggegeven, voordat Peter Bergsma zich er uiteindelijk aan waagde. Het oorspronkelijke boek bestaat, behalve uit Australisch Engels, uit slang in het Engels en in het Duits. Bergsma heeft dat meesterlijk vertaald. Alleen vertaalt hij damned consequent met verdomd of een variant daarop, terwijl dit woord in het Engels - zeker in het slang van de zeeman - lang niet altijd de emotionele lading van een godslastering heeft.
Fredy Boettcher zit dus tegen wil en dank