Bij Psalm 1
[...] Probleem één was het eerste woord, dat zowel kan betekenen ‘geprezen zij’ als ‘gelukkig is’. Kraus noemt het een ‘Gratulationstext’. Ik hoop dat ‘geluk met hem’ beide betekenissen bergt; dat wil zeggen ‘geluk “gewenst” met hem’ zowel als ‘het geluk is met hem die’ en nog een derde: ‘moge het geluk zijn met hem die’, wat volgt is dan een soort raad, een les.
[...] Hoe noem ik al die slechtaards in hedendaags Nederlands. [...] Het mooiste zou zijn als er een woord was dat zowel kwaaiigheid, rusteloosheid als kwaadwilligheid inhield. Als type kan ik me dat voorstellen. Ik kies voor kwaadaardigen omdat daar ook de kwade opzet in meeklinkt. Maar het is een lang woord.
Ook cynici is geen goed woord, alleen al omdat het uit een andere, ook oude, denkschool stamt. Dat maakt dat het, historisch, ‘vloekt’, al komt het als woord, in de betekenis die wij er nu aan geven, waarschijnlijk dichtbij. Spotters, mensen voor wie geen waarden bestaan. Het grauw? Leeghoofden, pierewaaiers, slampampers, allemaal van die nette afstandelijke woorden. Ik blijf bij cynici, ik zie ze zitten. [...]
‘Les justes’, in het Frans, is geen lelijk woord, zoals ‘righteous’, of het prekerige ‘de rechtvaardigen’. Voor ‘Bewährten’ (Buber) is ook veel te zeggen. ‘Beproefden’ voldoet niet. Misschien gewoon ‘de goeden’ en dan ook ‘de slechten’? Ik vind het rijm van rechtvaardigen en kwaadaardigen storend, zou dat willen vermijden. De laatste twee regels worden dan: ‘want god kent de weg van de goeden, de weg van de slechten raakt zoek’, of: ‘verloren’. Maar goed tegenover slecht is wel een erge vergladding. De andere tegenstelling in deze zin is ook opmerkelijk. Door god geweten, of gekend, tegenover wegraken. Dat wil zeggen wat geen plaats heeft in god's denken, bestaat niet.