[Nummer 19]
Bij dit nummer
De Psalmen vormen onbetwist het meest literaire gedeelte van de bijbel, direct gevolgd door Hooglied en Job. Deze aflevering van Liter is gewijd aan de literaire kant van deze oude (joodse, christelijke) liturgische teksten.
Origineel is de keuze voor het thema ‘psalmen’ niet. Dat zou niet kunnen bij een werk dat op zo'n manier tot de literaire en godsdienstige canon behoort. De invalshoek is het misschien wel: het bijeenbrengen van literair en godsdienstig kijken.
Liturgie en literatuur delen mijns inziens met elkaar dat ze het moeten hebben van tegenwoordigheid. Teksten worden (voor)gelezen, en nog tijdens het lezen wordt de werkelijkheid van die teksten tastbaar. Die werkelijkheid is voorverondersteld, de teksten lopen er ook op uit.
Er bestaan teksten die als thema het wijken van hun werkelijkheid hebben.
En er is een rolverdeling. Liturgie maakt gebruik van de mogelijkheid die een taalkunstwerk biedt, namelijk de bijna oneindige zeggingskracht ervan. En poëzie leunt op de mogelijkheid van de liturgie, op de mogelijkheid dat de wereld gedragen wordt.
De poëzie in deze aflevering is geïnspireerd door de Hebreeuwse psalmen. Er zijn psalmvertolkingen, antwoorden op een psalm, overdenkingen ervan en ‘nieuwe psalmen’ in de traditie van oudsher. Misschien kan een gedicht een psalm worden op het moment dat er ‘u’ wordt gezegd - ‘u’ zeggen verleidt tot bidden; maar ook wie ‘hij’ zegt, verricht gemakkelijk een gelovige taalhandeling.
Het beschouwend proza gaat in op de literaire structuur en inhoud van psalmen en op de doorwerking van het psalmgenre in literatuur, muziek en liturgie.
Van wat er gebeurt op het terrein van literair vertalen, ‘berijmen’ en toonzetten komen zijdelings enkele voorbeelden aan bod. Naar volledigheid is niet gestreefd.
De titel van deze Liter-aflevering is ontleend aan het begin van het psalter volgens Judith Herzberg. Hartelijk dank aan Judith Herzberg voor de toestemming om haar psalmvertalingen hier op te nemen en aan Huub Oosterhuis voor de bereidheid deze teksten ter beschikking te stellen.
Een dubbelkatern bladmuziek gaat hierbij: Dirk Zwart componeerde voor koor, Jan Hage voor orgel.
Gerda van de Haar