uit. Maar riskant is het wel. Een écht feuilleton is het niet: enkele verhaallijnen lopen dan wel door, maar de meeste zijn nieuw; het is eigenlijk hetzelfde ‘trucje’ nog een keer. Een schrijver moet zelf maar uitmaken of hij een tweede of derde keer de ‘eerste liefde’ nog kan opbrengen. Een vergelijking tussen de romans lokt hij natuurlijk wel uit. Het is bovendien de vraag of de vorm en het concept, die voor één roman sterk waren, ook de boog van het dubbele aantal pagina's kunnen dragen.
In het laatste verhaal van Eilandgasten leerden we Marleen kennen, een vrouw van bijna zeventig die weet dat ze waarschijnlijk niet lang meer te leven heeft, ze heeft kanker. Op losgescheurde bladzijden van het gastenboek schrijft ze haar mémoires. Al schrijvende vindt een proces van onthechting plaats, gegrond in het besef dat een mens slechts te gast is in het leven, en eigenlijk niets heeft, behalve een naam. In het eerste verhaal van De avondboot is haar man Edu naar Duinroos gekomen. Marleen is al in oktober overleden, hij had al geboekt en is nu dan maar alleen gekomen. We wisten al hoe alleen Marleen was in haar huwelijk, en nu zien we hoe ook Edu tot het besef komt dat hij zich eigenlijk nooit in haar heeft ingeleefd.
In het tweede en derde verhaal zien we Martine terug, uit het tweede verhaal van Eilandgasten. Toen bracht ze haar vakantie door met Sanne, de dochter van een vriendin, die zwanger bleek te zijn. Zelf had Martine ooit abortus laten plegen, waarna ze nooit meer zwanger was geworden. Het was een prachtig geladen verhaal, vol onderhuidse emoties, waarin Martine uiteindelijk tot een overgave en een erkenning komt. Die geladenheid is veel minder aanwezig in het vervolgverhaal, waarin Martine haar moeder meeneemt naar Duinroos. Opnieuw peinst ze over haar plek in het bestaan: ‘Als zij [haar moeder] er niet meer is, wat ben ik dan? Voor me niets, achter me niets, een los molecuul in de tijd’. Haar woordenloze erkenning dat het leven misschien een ‘bedoeling’ zou kunnen hebben, heeft - mede dankzij haar joodse vriend - een vervolg gekregen in haar ontdekking van ‘het andere verlangen’. Om het groeiende geloof van haar vriend te leren begrijpen, is ze heimelijk Hebreeuws gaan studeren en ‘als ze Hebreeuwse teksten las werd het [verlangen] enigszins gestild, alsof de drieduizend jaar oude woorden broodkruimels waren, een spoor dat ze volgen moest’. Moeder, dochter en ook de joodse vriend blijken geheimen voor elkaar te hebben, de bekentenissen botsen op elkaar en als ze uiteindelijk alleen staat, dan is er een sterker geworden verlangen naar geborgenheid, naar ontferming. Naar de barmhartigheid, die inmiddels dank zij het broodkruimelspoor aarzelend een ‘U’ is geworden.
Het vierde verhaal, waarin een moeder met twee puberzoons en een vriend van de oudste zoon vakantie houdt, is de veel voorspelbaarder pendant van het vijfde verhaal uit Eilandgasten, waarin het studentendrietal Willemijn, Walter en Tom worstelden met hun verwarde, seksuele gevoelens.
Overspel keert ook terug in De avondboot, driemaal zelfs. Zo heeft een van de beide zussen uit het vijfde verhaal een buitenechtelijke relatie; een geheim waarmee ze haar zus opzadelt. Het is een trefzeker verhaal over vrouwelijke jaloezie, over de tegelijk intieme en rivaliserende verhouding tussen zussen, en over wraak en verzoening. Het broeit in dit verhaal, dat enkele verrassende wendingen neemt. De jongste zus krijgt te verwerken dat ze een ongewenst kind was en dat haar moeder heeft geprobeerd een miskraam te forceren. Uiteindelijk komt ze tot dezelfde notie als Sanne in Eilandgasten (‘Als het blijft zitten,