[3] Verdrietig, boos, blij
(Arie: waarom staat de christelijke literatuur in mineur?)
Cultiveren van de twijfel is op den duur lachwekkend. Nu niet alleen in ‘gewone’ maar ook in rechtgezinde kerken de twijfel tot uitgangspunt is geworden van elke preek, en nu er in de literatuur geen enkel verhaal meer goed mag aflopen zonder dat de auteur het verwijt krijgt van onkunstzinnigheid, wordt het tijd voor de blijde boodschap. Toen ik terugkwam van de machtige Bacon-tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum, zaten ook de zonneschijnzeezichten van Mondriaan weer in mijn hoofd (toegegeven: pas na de pauze bezocht), en de Victory Boogy Woogy, die hij maakte in het uur van zijn dood. Literair gezegd: je zou eens op zuiver literaire gronden moeten proberen te kijken wat er gebeurt wanneer je Vonne van der Meer, de meesteres van de goede afloop, tegenover W.F. Hermans zet. Als de levensbeschouwing van twee auteurs zo verschillend is, wordt het spannend om vorm en inhoud tijdelijk, in het laboratorium van de kritiek, uit elkaar te trekken. Ik geloof niet erg in objectiviteit, omdat iedereen er een levensbeschouwing op na houdt, maar ik geloof wel in het uitproberen daarvan.
Modern somber proza en hedendaagse horizontale poëzie zouden eens bekeken moeten worden op innerlijke tegenstrijdigheden van de uit het werk te kennen auteur. Je kunt bijna geen kunst maken zonder een lichte wending ten positieve - zeker als dat zonnetje de kunst zelf is. (Bij de kunst van de noodkreet ligt het genuanceerder.) Dat hoeft die tekst niet te verhullen, dat maakt zij bij voorkeur kenbaar.
Als kleuter leerden we drie emoties tekenen: verdrietig, boos en blij. Er is een imposante traditie die zegt dat er van blijdschap geen kunst te maken valt. Daar geloof ik niets van. Maar zonder treurnis en boosheid wordt het ook een beetje kaal hier op de aarde.