[Nummer 12]
Redactioneel
Zonder dat de redactie dat heeft vooropgezet, wordt de ruimte van zo'n beetje het volledige leven in deze Liter tot uitdrukking gebracht.
In twee ‘klassieke’ Zuid-Afrikaanse verhalen, vertaald voor Liter door Ineke Majoor, gaat het over alle leed van de wereld en over eigen schuld, en over of je daarover moet (leren) huilen of lachen - lachen zoals God dat doet in Psalm 2, wel te verstaan. Dichterbij in de tijd is het leed van Bosnische Zlata uit het gedicht van Henk Knol, dat volgens Koos Geerds toch weer het leed van alle moeders van alle tijden is, maar ook het leed van het gedicht dat geen naam mag hebben. (Over zulk leed moet je dan wellicht leren lachen.)
Vonne van der Meer wordt bevraagd op haar opvattingen achter het lief en leed van haar hoofdfiguren in haar recente roman Eilandgasten. Een interview over het regisseren van personages, de wenselijkheid van inzichten en wendingen in een verhaal, en natuurlijk over geloof: ‘Geloof is de uitkomst van waarden die er al zijn. Het versterkt het, het benoemt het, het ordent.’
Minder irenisch van sfeer is de polemische bijdrage van Pieter Nouwen, die Het wonder van de losse olifanten van Willem Jan Otten las en de - voornamelijk negatieve - reacties daarop onder de loep neemt.
Het komende nummer, dat verschijnt omstreeks 1 juli, is grotendeels gewijd aan Willem Barnard/Guillaume van der Graft, die in augustus tachtig hoopt te worden. In oktober verschijnt dan het aangekondigde themanummer over ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’.