Groeten uit...
Veel tekst levert onze ansichtkaart deze keer niet. Maar er zit wel een verhaal achter.
De kaart is op 6 november 1920 uit Parijs verzonden aan Willem de Mérode (W. E. Keuning) in Uithuizermeeden (toen door een archaïsche geest nog wel als Uithuistermeeden geschreven). De afzender tekende met kw. Alleen omdat ik 45 jaar later brieven ontving in hetzelfde handschrift, herkende ik in 1992 de initialen: Karel Wasch. Half onder het stempel staat Collectie! te lezen. Met spitse krassen en lange strepen is (door wie van de twee?) een korte tekst gewijzigd in een onoplosbaar raadsel.
Karel Wasch (1886-1967) was zeer bevriend met De Mérode. In 1965 (hij was net bezig afscheid te nemen als conservator van het Glasmuseum in Leerdam) lichtte hij in enkele brieven aan mij een tip op van de sluier die daarna altijd over hun vriendschap is blijven liggen. Ik had hem toen natuurlijk onmiddellijk op moeten zoeken, maar het kwam er niet van en twee jaar later was hij er niet meer. (Hij is trouwens de grootvader van Karel Wasch, de huidige redacteur van Ruim. De kleinzoon schreef een groot stuk over hem in Bres, april/mei 1999.
Wasch publiceerde vóór de oorlog een aantal merkwaardige psychologische romans bij Querido. Hij werkte mee aan het tijdschrift Het Getij, waarvan De Mérode mederedacteur was. Ze schreven met elkaar vanaf 1918 tot aan De Mérodes dood in 1939. ‘Onze correspondentie is vrij uitvoerig geweest en onverbloemd,’ schreef Wasch aan mij. Het laatste kan alleen maar betekenen dat ze met elkaar ook over homoseksualiteit schreven. Wasch kreeg De Mérodes nieuwe bundels, gesigneerd en met opdracht. In Kwattrijnen: ‘Aan Karel Wasch in hartelijke vriendschap. 20 November 1923’.
Een paar maanden later zat De Mérode in de gevangenis om een pedoseksueel vergrijp. Karel Wasch was een van de weinigen die het contact in stand hielden. In de gevangenis verscheen De Mérodes bundel Ganymedes, een gedicht over de liefde van Zeus voor de knaap Ganymedes, oplage 125 exemplaren. Karel kreeg van Willem nummer 2.
Na het rampjaar 1924 vernietigde De Mérode na lezing bijna alle post die hij ontving. Van Wasch aan hem is niets bewaard gebleven. Ook niet van De Mérode aan Wasch, berichtte de laatste me in 1966.