Liter. Jaargang 2(1999)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermdChristelijk literair tijdschrift Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Menno van der Beek Gedichten Salome Zij danst. Zij laat haar zachte huid bekijken omdat haar een verrassing is beloofd. Zij wil in ruil een afgesneden hoofd dat sprekend op een criticus moet lijken. En hij hoort in de kelder het gegil: hij weet nog niet dat zij haar gladde lijf dat alle kijkers vochtig heeft bewogen nog één keer glimmend etaleren wil: terwijl zijn hoofd straks heel geschrokken kijkt houdt zij haar armen gracieus gebogen. [pagina 3] [p. 3] Laatste tafel Gedachteloos ben ik hier aangeschoven, een tafel veel te groot voor mij alleen: ik wil iets eten. Waar is iedereen? Misschien is men een ogenblik naar boven. Er ligt een viltje onder mijn glas bier. Dat pak ik op. Die dingen liggen hier voor wie de moeite neemt om ze te lezen en inderdaad heeft iemand iets geschreven: ‘dit is mijn lichaam’ aan de ene kant; ‘zie ommezijde’ aan de achterkant. [pagina 4] [p. 4] Madrigaal Ze zijn bewaard, al zijn het oude dromen. We hebben het ontzettend vaak gehoord: ‘Hij komt terug’. Al was het maar een woord, ik heb het altijd letterlijk genomen. Zo zijn we heel dicht bij elkaar gekomen. We hadden daar zelfs vaste tijden voor: dan werden voor een fluisterstil gehoor al zijn geheimen met ons doorgenomen. Ik ben gewapend naar de stad gegaan, in dolle zalen heb ik rondgekeken, de handen schichtig in de lange jas. Zo kwam ik 's avonds laat op straat te staan. En daar heb ik hem eindelijk begrepen, de vreemde liefde die mijn vader was. [pagina 5] [p. 5] Allerzielen Het was al laat. Wij zouden samen reizen, gezamenlijk bewegen door de nacht. ‘Waar is dit goed voor, vader?’ zeg ik zacht. Hij heeft het stuur. Hij wil mij iets bewijzen. Hij voert de snelheid op. De banden krijsen en ik ben banger dan ik had gedacht. Hij heeft ons samen aan de rand gebracht, om hiervandaan mij verder weg te wijzen. ‘Uiteindelijk draait alles om de wet en daarom heb ik roekeloos gereden. Er is gelukkig geen ontkomen aan. Zo lang we vluchten wordt op ons gelet. Dit doet de wet voor wie haar overtreden’ wij zijn niet ongemerkt voorbijgegaan: Menno van der Beek (1967) is computerprogrammeur. Hij was winnaar van de Puntkomma-poëzieprijs 1998. Vorige Volgende