Schrijf een hooglied
Juryrapport Puntkomma-poëzieprijs 1998
Een poëziewedstrijd met het thema ‘Schrijf een hooglied’ is een gevaarlijke wedstrijd. Het is niet alleen zo dat een dichter snel kan vervallen tot het simpel naspreken van het bijbelboek, maar tevens kan zijn taalgebruik al gemakkelijk gezwollen worden, aangezien zijn gedicht over de Liefde, met een hoofdletter, zal gaan. Toch is het tegelijk juist een ideaal thema voor een poëziewedstrijd, omdat al gauw duidelijk zal zijn wie werkelijk dichterstalent heeft. Een dichter die niet meer de baas is over zijn pen valt nu al spoedig door de mand. Dichters die fijnzinnig weten te zijn in de woorden die ze kiezen voor hun geliefde en voor hun hooglied, zijn eerder als ‘dichters’ te herkennen.
De keuze voor dit thema is dus wel een verrijking te noemen ten opzichte van de vorige wedstrijd die uitgeschreven was door De Poëziecarrousel. Ook is de kwaliteit nu hoger. Misschien heeft dat te maken met het feit dat de wedstrijd vorig jaar bestemd was voor alleen jongeren en wanneer je ziet wie er dit jaar als genomineerden uit de bus komen, wordt de jury wel versterkt in dat vermoeden. Maar misschien ook is de kwaliteit hoger omdat inzenders zich werkelijk voor dit thema moesten inspannen en niet zomaar dingen in konden sturen die ze toevallig nog hadden liggen.
Over het algemeen waren er in de gedichten veel mooie regels te bespeuren, maar waren eromheen te veel zwakke momenten. De jury voelde vaak de opwelling als monteurs te sleutelen aan de gedichten.
De genomineerden die uiteindelijk uit de bus rolden, drie in totaal, zijn uitverkoren uit ongeveer honderd inzendingen. Maar ook de vierde plaats is vermeldenswaard. Deze wordt ingenomen door Martijn Groen, een van de 58 inzenders van een Zwolse school, die stuk voor stuk meedongen naar de Puntkomma-poëzieprijs 1998. Zijn gedicht was net niet voldoende voor een nominatie maar hij mag zeker genoemd worden.
Dan nu de genomineerden, te beginnen bij Len Borgdorff. Het genomineerde gedicht ‘Hooglied later’ is voornamelijk gekozen vanwege de beeldspraak. Vooral wanneer het gedicht hardop gelezen wordt, krijgt het extra waarde en vallen de verspringingen op. ‘Je maakt je talloos mooi met niets’, maar ook: ‘Je maakt je talloos mooi met niets/om 't lijf’. Het vers is mooi dichterlijk, met af en toe bijzondere woorden die meer betekenissen toelaten. Kortom, poëzie die om een vervolg vraagt.